Austrian Airlines-topman: trein en vliegtuig zijn geen concurrenten
De trein kan geen grote bijdrage leveren aan het verlagen van CO2-uitstoot in de luchtvaart. Dat vindt althans Austrian Airlines-directeur Alexis von Hoensbroech. Volgens hem wordt er met twee maten gemeten als treinen worden vergeleken met vliegtuigen.
Von Hoensbroech vindt het onterecht dat de Oostenrijkse spoorvervoerder ÖBB spreekt van oneerlijke concurrentie omdat zij wel belasting betalen over elektriciteit, maar luchtvaartmaatschappijen niet over kerosine. “De luchtvaart betaalt zijn eigen infrastructuur, de spoorwegen krijgen die gratis van de belastingbetaler”, zo verwijst de Duitser in een interview met Aerotelegraph naar de subsidie voor ÖBB.
Niet alle CO2-uitstoot meegenomen
De directeur hekelt ook de in zijn ogen oneerlijke vergelijking op het gebied van schadelijke uitstoot van treinen en vliegtuigen. Daarbij zou namelijk ook moeten worden gekeken naar de “enorme hoeveelheid CO2-uitstoot bij de aanleg van rails en tunnels, de versnippering van het landschap en herkomst van elektriciteit”.
Van Hoensbroech noemt de ÖBB juist een belangrijke partner om het vliegveld te bereiken en geen concurrent, omdat de trein voor het grootste deel van de vluchten geen alternatief is. “Zeker als je kijkt naar de CO2-balans. Korteafstandsvluchten van maximaal 500 kilometer zijn goed voor slechts 4 procent van de uitstoot. Je gaat nooit met de trein naar de Verenigde Staten. Maar dat is precies waar de grootste hoeveelheid CO2 wordt uitgestoten.”
Wel of geen nieuw spoor
De oplossing voor het klimaatprobleem in de luchtvaart ligt volgens Van Hoensbroech dan ook niet in het het laten staan van het vliegtuig, maar het klimaatvriendelijk te maken van vliegen. Die uitspraak is in lijn met die KLM-directeur Pieter Elbers eerder deed. Ook hij betoogde dat er weinig mogelijkheden zijn om KLM-vluchten op grote schaal te vervangen door treinreizen. Elbers wees daarbij op de hoge kosten voor het aanleggen van de benodigde infrastructuur.
In een recente studie van de TU Delft is de conclusie juist dat er helemaal geen nieuw spoor nodig zou zijn om de trein met het vliegtuig te laten concurreren. Er valt in eerste instantie vooral winst te halen met het simplificeren en optimaliseren van de aansluiting tussen beide modaliteiten. Door reizigers te ontzorgen bij het boeken van internationale treintickets, bagage en omboeken zou de trein een alternatief kunnen worden voor korte vluchten, vooral bij gecombineerde trein-vliegreizen.
Lees ook:
- ‘Trein als alternatief voor vliegtuig vraagt om naadloze ervaring’
- Studie: 60 procent vindt nachttrein goed alternatief voor vliegtuig
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?
Ipv hebben de milieu-mensen gekozen voor een mediacampagne, waardoor een snelle trein met Berlijn pas na 2040-2050 in beeld komt en hebben ze dus hun eigen ruiten ingegooid.
Air-to-rail zou een aanvullend product moeten worden, wat verder uitgerold moet worden. Blijkbaar werkt het in Oostenrijk al, nu nog in NL. En misschien ook binnenlands, als NS een reserveringssysteem voor de ICs kan maken, net als in Denemarken.
De tegenstelling trein-vliegtuig is bedacht door de milieubeweging die zo veel mogelijk mensen naar de trein willen jagen en uit het vliegtuig. Terwijl dit in de praktijk niet werkt, behalve voor een tiental bestemmingen vanuit A’dam die nu al HSL hebben. En in Oostenrijk ook maar een paar plaatsen. Alles onder de 750 km en de snelle trein is een illusie gebleken, en Van Boxtel is daar ingetrapt. Eigenlijk had hij op de achtergrond moeten pleiten voor aansluiting op HSL-Oost bij DeutschlandTakt