Inzet meer en langere treinen gehinderd door stroomtekort

De inzet van meer, langere en nieuwe treinen op het Nederlandse spoor wordt tegengewerkt door een tekort aan stroom. Er zijn extra maatregelen nodig om te voorkomen dat treinen langzamer of zelfs helemaal niet meer kunnen rijden. Bovendien vraagt het nieuwe materieel dat vervoerders bestellen soms meer stroom dan geleverd kan worden. Dit meldt infrabeheerder ProRail.

De roep om langere en meer treinen klinkt steeds luider, omdat het aantal reizigers groeit en treinen vooral in de spits vollopen. Daarom is het de planning om de komende jaren op veel trajecten meer, langere en nieuwe treinen te laten rijden. ProRail toetst of dit mogelijk is en welke aanpassingen nodig zijn. “Om het tekort aan stroom aan te pakken is het nodig om meer of grotere transformatoren te plaatsen, die meer elektriciteit naar de bovenleidingen voeren. Ook de kabels die langs het spoor liggen worden een maatje te klein.”

Energievoorziening

Uit een inventarisatie van ProRail komt naar voren dat er meer dan 60 ‘knelpunten’ zijn. Op die plekken zal nu kritisch gekeken worden naar de energiehuishouding, om te zorgen dat het ook mogelijk wordt voor vervoerders om met langere treinen te rijden of om nieuw materieel in te zetten. “Zonder extra maatregelen kan de spanning op de bovenleiding zo inzakken dat treinen langzamer of niet meer kunnen rijden. Een ander fenomeen is het nieuwe materieel dat de vervoerders besteld hebben. Bij het optrekken vragen deze nieuwe treinen zoveel stroom dat de ‘stoppenkasten’ langs het spoor daar niet altijd op berekend zijn.”

Het Nederlandse spoor ontvangt stroom onder andere van de circa 250 onderstations. Die zijn op de drukste trajecten elke drie kilometer geplaatst, terwijl het op minder drukke trajecten haalbaar is om de 14 kilometer.  “Om meer treinen te kunnen laten rijden zouden wij op veel trajecten nieuwe onderstations moeten neerzetten of zogeheten schakelstations kunnen ombouwen.”

3 kV

Bovendien is ProRail voorstander van een structurele aanpak van het stroomprobleem door de bovenleidingspanning op het spoornet op te schroeven van 1500 naar 3000 volt. Volgens de infrabeheerder bespaart dit energie en treinen kunnen dan met 3 kV sneller optrekken en dus tijdwinst boeken. Bovendien kunnen hiermee mogelijk hogere snelheden worden gehaald tot wel 200 kilometer per uur.