NS verhoogt prijs treinkaartje met 1,22 procent
NS verhoogt de prijs van het treinkaartje vanaf 1 januari 2018 met 1,22 procent. Het gaat hier om een verhoging vanwege de verwachte inflatiestijging van 1,4 procent minus 0,18 procent voor de lagere gebruiksvergoeding die de spoorvervoerder in 2018 moet betalen. Dit zorgt voor een stijging van 1,22 procent.
NS heeft toestemming van de overheid om de stijgende kosten door te berekenen in het treinkaartje. Daarbij gaat het dus om de verwachte inflatiestijging en een eventuele hogere gebruiksvergoeding. Maar omdat de vergoeding die NS betaalt voor het gebruik van het spoor in 2018 lager wordt, is de prijsverhoging ook lager dan de verwachte inflatie.
Prijsverhoging
NS verhoogt gewoonlijk jaarlijks de prijs voor het treinkaartje, om de stijgende kosten te compenseren. “Het is van belang dat wij de hogere kosten mogen doorrekenen, want anders blijft er onvoldoende over om te kunnen investeren in stations of in nieuwe treinen”, aldus de spoorvervoerder. “Sterker nog, anders zou NS op den duur de eigen kosten niet meer kunnen betalen.”
NS benadrukt er normaal alles aan te doen om de prijs van treinkaartjes zo laag mogelijk te houden en dat dit beleid in 2018 zal worden voortgezet. De stijging geldt alleen voor een enkele reis en retour tweedeklas, het Voordeelurenabonnement, Traject Vrij, het Grensabonnement, Altijd Vrij en Trein Vrij. Het Dal Voordeel-abonnement zal dezelfde prijs houden. Het Altijd Voordeel-abonnement wordt 2 euro duurder, nadat het sinds 2011 niet meer in prijs verhoogd. De tweedeklas varianten van de abonnementen Weekend Vrij en Dal Vrij worden respectievelijk 1 en 3 euro per maand duurder.
Verder wordt ook het prijsverschil tussen de tweede en eerste klas iets kleiner, omdat reizen in de eerste klas niet duurder wordt voor enkele reizen, retours en de abonnementen Weekend Vrij en Dal Vrij. Daarmee probeert NS de eerste klas aantrekkelijker te maken. Hier is vaak meer ruimte.
