NS: machtspositie op spoor niet bewezen

NS, trein, Utrecht Centraal Station

NS is van mening dat het onderzoek van onderzoeksbureau Europe Economics naar een eventuele machtspositie van NS niet voldoende grond aan ACM geeft om over een mogelijke dominantie van NS te kunnen oordelen. De spoorvervoerder vindt namelijk niet bewezen dat ze een dominante positie heeft. Europe Economics (EE) onderzocht in opdracht van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de concurrentieverhoudingen op het Nederlandse spoor en concludeerde in de conceptrapportage al dat NS een machtspositie in het reizigersvervoer heeft, waardoor de concurrentie op de markt gehinderd wordt. De regionale vervoerders Veolia en Connexxion reageerden juist verheugd op de uitkomst van het rapport. 

ACM had Europe Economics de opdracht gegeven om de concurrentieverhoudingen op de Nederlandse spoormarkt in kaart te brengen. Het onderzoeksbureau concludeerde voldoende aanwijzingen te hebben gevonden dat NS inderdaad een machtspositie had. De spoorvervoerder heeft namelijk alleenrecht op het hoofdrailnet en ook een voordelige positie bij de concessies op regionale spoorlijnen. Hierna kregen vervoerders nog de kans om op het rapport te reageren voordat het definitieve rapport deze week werd gepubliceerd; een mogelijkheid waarvan NS en Connexxion en Veolia gebruikmaakten. Toezichthouder ACM kan het definitieve rapport gebruiken voor verdere besluitvorming.

Marktaandeel

Connexxion en Veolia, beide dochterondernemingen van Transdev, zeiden al lange tijd te ervaren dat NS een machtspositie heeft, maar tot nog toe werden de klachten hieromtrent nooit serieus genomen. De vervoerders hopen dat de kwalijke consequenties van die machtspositie nu weggenomen gaan worden. NS vindt echter nog lang niet bewezen dat ze een dominante positie in de spoormarkt inneemt. Veel redeneringen in het rapport zouden niet duigen en andere onderdelen zijn niet of onvoldoende onderzocht. Ook zijn er ‘elementen te tendentieus weergegeven’.

Vanwege het alleenrecht dat NS heeft op het hoofdrailnet, profiteert het bedrijf van belangrijke voordelen, staat in het rapport. Zo zijn de kaartenautomaten eigendom van NS en beheert de vervoerder ook de reizigersinformatie. Dit levert een aantal “mogelijk” oneerlijke situaties op zoals een voorsprong bij het bieden op andere vervoerconcessies en invloed op de winstgevendheid van andere vervoerders. Bovendien verzorgt NS het grootste aantal trein- en vervoerkilometers, krijgt ze de meeste opbrengsten en heeft dus het grootste marktaandeel in handen.

NS

Een van die oneerlijke situaties is dus een voordelige positie van de NS bij aanbestedingen. Volgens het onderzoek is er daardoor geen afgesloten markt die de ‘echte’ markt niet raakt. Maar volgens NS heeft het onderzoeksbureau niet bewezen hebben dat NS werkelijk een betere positie heeft bij aanbesteding dan de andere vervoerders, alleen omdat NS het eigendom heeft over OV-chippalen en meer kennis heeft over reizigersstromen en reisinformatie. ‘Uit de feitelijk gewonnen aanbesteding blijkt dit in elk geval niet’, meldt NS in haar reactie.

Volgens de regionale vervoerders heeft NS echter wel een voordelige positie, omdat veel diensten eigendom zijn van die vervoerder. NS zelf is van mening dat de diensten op al eerlijk en non-discriminatoire wijze worden aangeboden, maar daar waren Veolia en Arriva het niet mee eens. Volgens de regionale vervoerders is de houding van NS richting regionale vervoerders zeer bepalend voor hun concurrentiepositie bij aanbestedingen. Dit zou de machtspositie van NS nog maar eens bevestigen.

Hoofdrailnet

Volgens het rapport heeft NS ook een dominante positie omdat het contract onderhands wordt gegund. Veel vervoerders mogen niet eens meedoen met de onderhandelingen. Bovendien heeft de overheid volgens Europe Economics alleen de mogelijkheid om het hoofdrailnet aan NS te gunnen. Dit komt omdat het hoofdrailnet in Nederland een dusdanig groot deel van het totale spoorwegnet inneemt dat vervoerders substantiële investeringen moeten doen om het vervoer op het hoofdrail te kunnen verzorgen. Dit vormt een barrière voor veel vervoerders, aldus het onderzoek.

Volgens NS heeft de overheid echter wel degelijk andere opties. De concessieverlener kan het hoofdrailnet gunnen aan andere vervoerders, bijvoorbeeld aan buitenlandse concurrenten of aan (samenwerkende) spoorvervoerders die nu op de decentrale lijnen in Nederland rijden. Ook zou de overheid ervoor kunnen kiezen om het hoofdrailnet op te knippen om zo meer kansen te creëren voor de andere vervoerders. Die dreiging heeft volgens NS een disciplinerende werking en het klopt dus niet dat de overheid geen countervailing power zou hebben. Bovendien zegt spoorvervoer dat ‘zelfs als NS in principe over een economische machtspositie zou beschikken, dan is het nog steeds zeer onaannemelijk dat de Minister zich daar niet bewust van zou zijn en daar door regulering en door middel van de concessievoorwaarden geen paal en perk aan zou willen stellen.’

Europese richtlijn

Het onderzoek werd door ACM aangevraagd vanwege een Europese richtlijn over machtsposities op het spoor. Vervoerders die zich bezig houden met verschillende diensten, zoals de exploitatie van stationswinkels, moeten deze activiteiten volgens de richtlijn onderbrengen in aparte bedrijfsonderdelen. Deze week werd het definitieve rapport gepresenteerd door ACM met daarbij de reacties van zeven verschillende partijen over het voorlopige rapport.

Europe Economics onderzocht ook de spoorgoederenmarkt en de positie van Deutsche Bahn in Nederland. Ook DB Schenker Rail zou een dominante positie hebben, maar die positie staat concurrentie op de markt niet in de weg. In het geval van NS is dit wel zo.

Lees ook: ‘Machtspositie NS hindert concurrentie reizigersvervoer’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Inge Jacobs

1 reactie op “NS: machtspositie op spoor niet bewezen”

kees boer|26.01.16|23:37

Het is maar een ingewikkeld verhaal;is er niks bij een rechtbank iets vastgelegd omtrent de vervoersvoorwaarden ? Dat zag men vroeger wel eens in een dienstregeling zowel bij de trein als bij de bus