Veel Friezen laten bus links liggen
Het OV-busaanbod in Friesland is voor een grote groep inwoners uit de provincie niet aantrekkelijk genoeg om er gebruik van te maken. Ze verkiezen de auto of fiets vanwege de hoge kosten, de langere reistijd en het gemis van vrijheid. Dat geldt vooral voor Friezen uit de kleinste kernen, waar de dienstregeling beperkt is. Dat concludeert student bestuurskunde Jasper van Doremalen in zijn afstudeeronderzoek.
Van Doremalen is student bestuurskunde aan de Thorbecke Academie van NHL Stenden Hogeschool en deed zijn studie in opdracht van de PvdA-Statenfractie van de provincie Friesland. In het mede vormgeven van het OV-beleid in de provincie wilde de partij graag meer weten over hoe (potentiële) reizigers over het busaanbod denken.
De huidige OV-concessie in Friesland liep eigenlijk eind 2022 af, maar vanwege corona is er voor een overbruggingsconcessie met een looptijd van twee jaar gekozen. Er moeten dus de komende tijd keuzes worden gemaakt over de vorm waarin het Friese OV wordt aangeboden. Volgens de PvdA biedt het onderzoek van Van Doremalen âwaardevolle inzichten en aanknopingspunten om het busvervoer te verbeteren en meer mensen de bus in te krijgen”.
Mismatch
De voornaamste onderzoeksvraag was of er sprake is van een mismatch tussen het aanbod van en de behoefte aan busvervoer in diverse kernen in Friesland. Als meetinstrument is de klantwenspiramide van NS gebruikt. Die kijkt naar vijf aspecten die voor reizigers meetellen: (sociale) veiligheid en betrouwbaarheid, snelheid, gemak, comfort en beleving.
In een enquĂȘte van veertig vragen, die onder een kleine 4.000 huishoudens en digitaal werd verspreid, werd mensen gevraagd of zij van de bus gebruik maken en waarom wel of niet. Degenen met de bus reizen konden op basis van de genoemde criteria een oordeel geven. Een kleine vierhonderd mensen namen deel aan de enquĂȘte. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste ondervraagde mensen liever met de auto dan de bus reizen. Langere reistijden en wachttijden spelen daarin een rol, maar ook de frequentie van het busaanbod en de te hoge kosten.
Vier kernen en drie bussoorten
Friesland onderscheidt kernen op vier niveaus: A, B, C en D. De A-kernen zijn de grote dorpen met een vaste busverbinding, de D-kernen de kleinste dorpen. B en C zitten daar tussenin. De kernen worden bediend met drie soorten busvervoer: snelbus, dorpslijn of de aanvullende dienstverlening op afroep, zoals de Opstapper. De provincie wil met dit beleid inspelen op de verschillen tussen de kernen. Het gebruik van het busvervoer ligt het hoogst in de A-kernen met 53,7 procent, het laagst in de D-kernen met 36,4 procent, zo blijkt uit het onderzoek.
Van Doremalen constateert dat er grote verschillen in gebruik en tevredenheid zijn tussen de verschillende kernen en busdiensten. Gaat het om bussoort, dan zijn de reizigers het meest tevreden over de snelbussen en het minst tevreden over de Opstappers. Op kernniveau zijn reizigers vanuit B-kernen het meest tevreden over de bus en die uit D-kernen het minst. De ontevredenheid van de inwoners van de D-kernen heeft vooral te maken met de frequentie van de bus en de beschikbare reisinformatie.
Overigens vinden de deelnemers aan het onderzoek het in het algemeen belangrijk dat er openbaar busvervoer is, ook als ze er zelf geen gebruik van maken. Ze vinden het een prettige gedachte dat er altijd vervoersopties beschikbaar zijn als ze die nodig zouden hebben. Daarnaast wijzen ze op het belang van busvervoer voor de leefbaarheid van de dorpen.
Betere informatievoorziening
Op basis van zijn onderzoek komt Jasper van Doremalen met drie aanbevelingen voor de provincie Friesland om het openbaar busvervoer naar een hoger plan te tillen. Zo moet er worden ingezet op structurele informatievoorziening die verder gaat dan reizigersaantallen en algemene klanttevredenheid. De tevredenheid over het OV kan immers sterk verschillen per kern en per bussoort. Om tot een juist oordeel te kunnen komen, moet je dus een uitsplitsing moeten maken, vindt Van Doremalen.
Verder is het goed om na te gaan of bussen vaker kunnen gaan rijden. Uit het onderzoek blijkt immers dat reizigers het minst tevreden zijn over de frequentie van de bus in Friesland.
Verbetering Opstappers
Volgens Van Doremalen valt er met name voor de Opstappers nog veel te verbeteren. De kritiek van gebruikers van deze bus, die hoofdzakelijk D-kernen bedient, spitst zich vooral toe op de frequentie van de Opstappers. Er geldt wel een tijdsbestek waarbinnen ze moeten rijden, maar geen minimumfrequentie zoals bij de andere kernen. De PvdA Statenfractie zou daarom bij het provinciebestuur moeten navragen waarom die keuze destijds gemaakt is en of er niet alsnog eisen gesteld kunnen worden aan een minimale frequentie, adviseert Van Doremalen.
Lees ook
Friesland met Arriva in gesprek over flexibele overbruggingsconcessie
U las zojuist Ă©Ă©n van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?
Dat is inderdaad weinig verrassend. Een uursdienst (of nog minder) is absoluut niet marktconform. Het is een (minimale) voorziening voor captives en ov-idealisten. Dat weet toch iedereen met een beetje verstand van zaken, me dunkt.
Ook een halfuursdienst is in veel gevallen nog te weinig om echt aantrekkelijk te kunnen zijn, maar het is op zich al wel een grote verbetering. Pas bij een kwartiersfrequentie begint het marktbeeld serieus te kantelen.
De’A’- kernen betreffen ook TRI-Modaal OV knooppunten Harlingen, naast Holwerd, Lauwersoog en Lemmer; Sneek.
In Harlingen is een lacune, FryslĂąn en Arriva weigeren ism Rocov Harlingen als halte (Interliner 350/1) aan te doen
op basis van niet actuele cijfers voor in/uitstappers. Ook doen Rederij Doeksen en Fryslan/Arriva niets met de vervoersbehoefte
Boot-aansluitend AF Vlieland/Terschelling. TIp: werk met meer actuele cijfers in dynamisch continu-survey van ALLE OV bootreizigers