Ebusco schetst zes ontwikkelingen: “Bussen worden autonoom, slimmer en efficiënter”
In de busindustrie staat heel veel te veranderen. De bussen worden slimmer en verzamelen allemaal data, gaan autonoom rijden, slim laden en zelfs energie opwekken. Ebusco speelt op die ontwikkelingen in en spreekt uitgebreid met OVPro over de zes belangrijkste ontwikkelingen in die industrie. “We willen allemaal een scherper OV-aanbod bieden tegen lagere kosten”, zegt Steven van der Burg, sales director bij Ebusco.
1. Lichtgewicht
“Hoe lichter de bus, hoe lager de energieconsumptie en hoe hoger de range”, zegt Steven van der Burg terwijl hij vanuit zijn kantoor uitkijkt over de werkplaats van Ebusco in Deurne. Op precies die werkplaats worden bussen in elkaar gezet met een zo laag mogelijk gewicht. De bussen worden gebouwd van composiet. Niet alleen Ebusco is bezig om bussen lichter te krijgen, Van der Burg ziet hierin een ontwikkeling die in de hele busindustrie bezig is.
“Vervoerders zijn echt opzoek naar range-toevoegingen. Zeker in de regio waar bussen uiteindelijk ook geëlektrificeerd moeten worden. In de stad zijn we al op dreef, maar daar leggen de bussen toch minder afstand af. Rollend behoud je meer energie dan als je elke keer op moet trekken zoals in de stad.”
Toch is de grootste winst te behalen in de stad. “Door de gewichtsreductie, heb je bij elke keer optrekken en remmen minder energie nodig. We zien dat in de stad de consumptiereductie op kan lopen tot 40 procent terwijl het in de regio minder is. Gemiddeld kom je wel tot de 30 procent.”
Ebusco plaatst de batterijen bewust in de vloer, wat resulteert in een lager zwaartepunt. “Dan krijg je betere rij-eigenschappen. Wij zijn hier een voorloper in omdat wij geen erfenis van een gas- of dieselbus hebben. Wij konden vanaf een leeg vel papier ontwerpen.”
“Wij weten dat meerdere fabrikanten bezig zijn met lichtgewicht bussen. Vervoerders vragen er niet per se om. Zij vragen om een langere range en een lagere total cost of ownership (TCO). Uiteindelijk moeten zij ook competitief zijn naar hun opdrachtgevers. Hoe lager de kosten, hoe groter de kans is dat ze winnen.”
(De tekst gaat onder de afbeelding door)
2. Lokale energie
“Wat je steeds meer gaat zien, is de behoefte om groene energie op lokaal niveau op te wekken.” Van der Burg ziet enorme kansen voor de busindustrie in de energietransitie. Busdepots kunnen heel belangrijk gaan worden voor het nu al overbelaste energienet.
“Lokaal energie opwekken kun je tweedelig doen. Je kunt op depots zonnepanelen plaatsten, waardoor je eigen energie opwekt en de bussen beschermt met een overdekking. Wij gaan hierin eigenlijk nog een stap verder. Wij zijn aan het kijken hoe we op een interessante manier zonnepanelen kunnen toevoegen aan het dak van de bus. Doordat wij onze batterij in de vloer leggen, hebben wij een vrij dak. Daar kun je een stuk reizigersbeleving toevoegen door de daken van glas te maken, maar dat brengt extra gewicht met zich mee. Op dat dak passen uiteindelijk ook zonnepanelen.”
3. Terugleveren aan het elektriciteitsnet
Niet alleen door lokaal energie op te wekken, helpen bussen om de samenleving fossielvrij te maken. Busdepots, bussen en grote batterijen kunnen namelijk ook ingezet worden om het elektriciteitsnet te helpen. Van der Burg ziet hier grote commerciële mogelijkheden voor de busindustrie en de vervoerders.
“We zien steeds meer onbalans op het elektriciteitsnet. Dat is ook niet zo gek met de toenemende groene energie. Je ziet dat zonne- en windenergie steeds meer pieken veroorzaakt. Tusssen 5 en 9 uur ’s ochtends is de energie heel duur omdat iedereen dan energie afneemt. Tussen 5 en 8 uur ’s avonds zie je weer zo’n piek, maar overdag en ’s nachts is energie relatief goedkoop en zijn er zelfs momenten waarop je betaald wordt als je energie afneemt. Dat gaat dan via de spotmarkt die de prijs per kwartier bepaalt.”
We zijn nu in gesprek met verschillende partijen om de bus onderdeel te kunnen laten zijn van het energienet.
Als je batterijen hebt, kun je overdag en ’s nachts goedkoop energie inkopen en als het spits is op het elektriciteitsnet, kun je de energie verkopen. Voor deze manier van handelen met elektriciteit, heb je een opslag nodig waar je elektriciteit tijdelijk kan opslaan. Ebusco levert daarvoor batterijen op twee manieren. “We leveren opslagsystemen aan bedrijven. Datzelfde kunnen we natuurlijk ook met een bus doen.”
“Op een gemiddeld depot staan honderd elektrische bussen. Stel dat vijftig van die bussen om 7 uur al aan de stekker staan. Elke bus heeft gemiddeld een batterijcapaciteit van 400 kilowattuur. De bus kan in drie uur opgeladen worden. Dat betekent dat de bus tien uur niks staat te doen. 20 megawattuur staat dan gewoon te verstoffen.”
“We zijn nu in gesprek met verschillende partijen om de bus onderdeel te kunnen laten zijn van het energienet. Enerzijds is dat een businessmodel van de vervoerder. Anderzijds helpt het de transitie. Energieleveranciers zijn echt op zoek om het elektriciteitsnet te balanceren. Als kolencentrales straks gesloten zijn, dan ben je nog afhankelijker van wind en zon.”
4. Bus Rapid Transit
Het zogenoemde BRT-concept staat in allemaal bestuursplannen op zowel Europees als nationaal niveau. Het moet de oplossing worden om mensen uit de auto te krijgen. Voor de busindustrie een hele interessante ontwikkeling. De belangrijkste vraag is misschien wel: hoe ziet zo’n BRT-bus eruit?
“De belangrijke indicatoren voor een succesvolle BRT, zijn frequentie, snelheid en comfort. De bus moet gewoon elke drie á vijf minuten rijden. Het moet een snellere verbinding bieden dan de auto en daarnaast moet het dezelfde comfort bieden.”
“Wat je eigenlijk ziet is dat de BRT ontstaan is vanuit de tramgedachte. De trams konden frequent en snel rijden, en dat elektrisch. Vroeger was dat een enorm voordeel ten opzichte van dieselbussen. Nu zijn er ook elektrische bussen, dus zijn de trams eigenlijk overbodig.”
Momenteel rijden Ebusco-bussen succesvol rond in Amstelland-Meerlanden in een BRT-achtig concept. “De ontwikkeling van lichtgewicht is hier ook heel erg belangrijk.” Volgens Van der Burg zullen veel regio’s snel volgen. “Wij werken altijd vanuit de behoefte van de markt. Wij zien dat openbaar vervoersbedrijven zich hier uiteindelijk ook willen gaan onderscheiden. Zij vragen er ook specifiek naar. Het allerbelangrijkste zit hem gewoon in de range. Je wil dat een bus lang kan blijven rijden. Ook als je naar het interieur kijkt, dat is een stuk hoogwaardiger. Daarmee willen we openbaar vervoer naar een hoger niveau trekken.”
Dat kan Ebusco echter niet alleen. “Om goed door te rijden heb je op sommige plekken echt separate buslijnen nodig.” De busindustrie moet alleen niet wachten op de infrastructurele investeringen van de overheid, meent Van der Burg. “Wij moeten zorgen dat wij een goede BRT-bus aanbieden en dan moeten we hopen dat de overheid de gewenste investeringen doet.”
(De tekst gaat onder de afbeelding door)
5. Autonoom rijden
Ebusco bereidt zich, net als de rest van de busindustrie voor op autonoom rijden. Dat bussen volledig zelfstandig over de wegen rollen, is nog echt toekomstmuziek. Toch is autonoom rijden wel degelijk zichtbaar in het dagelijks leven. “Het begint bij veiligheidssystemen. We willen nu dat bussen steeds meer ondersteuning bieden aan de chauffeur met passieve en actieve ingrepen. Passieve veiligheidssystemen zijn trillingen, visuele waarschuwingen en audio bijvoorbeeld. Actief ingrijpen doen bussen als er bijvoorbeeld een noodstop gemaakt moet worden.”
Een ander autonoom concept waar Ebusco in Duitsland in het Tempus project mee bezig is, is platooning. Simpel gezegd: achtervolgen. De voorste bus rijdt met een chauffeur en de rest van de bussen rijden daar volgzaam en autonoom achteraan. “Dat kan voorkomen als meerdere lijnen op een druk traject samenkomen, of als je een hele grote groep forenzen op een druk moment van A naar B moet vervoeren.”
We willen nu dat bussen steeds meer ondersteuning bieden aan de chauffeur met passieve en actieve ingrepen
Op eigen terrein rijden tegenwoordig enkele voertuigen al volledig autonoom. In de nabije toekomst zal dat ook op busdepots zo zijn. “Momenteel spendeert een chauffeur heel veel tijd om naar de bus te lopen, de stoel in de stellen en uit het depot te rijden. ’s Avonds moet de chauffeur de bus weer het depot in rijden en aansluiten aan de stekker. We zijn bezig met een bus die op het depot autonoom kan rijden. De chauffeur komt dan ’s ochtends aan en kan bij het hek meteen instappen in de automatisch ingestelde bus. ’s Avonds levert de chauffeur de bus ook weer bij het hek af. De bus vindt dan automatisch zijn route naar de lader en sluit zichzelf aan. Dat scheelt tijd en dus veel kosten.”
6. Data
Een laatste ontwikkeling in de busindustrie is volgens Van der Burg de toenemende hoeveelheid data. “Een moderne Ebusco-bus stuurt maandelijks maar vele gigabites aan nulletjes en eentjes naar de cloud. Wij verzamelen echt significant veel data.”
De mogelijkheden met die data zijn oneindig. “We hebben duizenden parameters die per seconde data registreren, daarmee kunnen we hele gedetailleerde analyses maken en willen wij de stap zetten naar vraaggestuurd onderhoud.”
Je kunt precies berekenen hoeveel kilometer een bus moet rijden. Dat is het mooie aan openbaar vervoer.
Momenteel krijgt elke bus om de zoveel kilometer een standaard check-up. Alle onderdelen worden dan nagelopen en gecontroleerd. Veel onderdelen die prima functioneren worden dan eigenlijk onnodig nagelopen. “Dat kost tijd, en dus geld. Met big data kunnen wij zien op een onderdeel apart gedrag vertoont, zonder dat er nog iets te merken is aan de bus. Een algoritme herkent dat en stuurt een automatisch signaal naar de werkplaats. Zij kunnen dezelfde avond direct het onderdeel controleren en eventueel aanpassen zodat die niet gaat uitvallen. Daarmee vergroten we de betrouwbaarheid van bussen en besparen we kosten.”
Ook wil Ebusco dezelfde data inzetten om de bussen in het depot slim op te laden. “Je kunt precies berekenen hoeveel kilometer een bus moet rijden. Dat is het mooie aan openbaar vervoer. Dan weten we hoeveel batterijpercentage genoeg is om de bus te laten rijden die dag. Dan weten we ook precies hoeveel we kunnen terugleveren op het net.”
Een rode draad, in de zes kernontwikkelingen in de busindustrie, is volgens Van der Burg een hoogwaardig OV-aanbod tegen een lagere prijs. “Dat is uiteindelijk goed voor de belastingbetaler.”
Lees ook:
Goed idee om wind en zonne-energie op te slaan in batterijpakketten dit tbv balanceren energienet, wij zijn hier in Arnhem (trolleynet/kennistafel) al jaren mee bezig maar worden helaas geremd door wet en regelgeving. Mogen geen energie verkopen/opslaan vanuit trolleynet en vervolgens aan derden doorverkopen! Valt niet onder de huidige HBE regeling.
Wij, vervoerders die in het bezit zijn of verantwoordelijk zijn voor tram, trolley of trein bovenleidingnet zijn hier al lang “klaar” voor.
Het is voor Ebusco niet te hopen dat de VVD niet op korte termijn al het streekververvoer wegbezuinigt.
Ze zijn al heel ver…