Mecanoo

Ontwerpen voor openbaar vervoer: ‘De trein is niet ingericht op de reiziger’

Inrichting van een NS-trein. Foto: Mecanoo

Architectenbureau Mecanoo ontwerpt het openbaar vervoer. De inrichting van NS-treinen, RET-metro’s maar ook hele stations. Voor het openbaar vervoer is nog veel te winnen op het gebied van beleving, stelt Arne Lijbers, architect bij Mecanoo. “Heel veel mensen doen dingen in de trein die niets te maken hebben met de verplaatsing van A naar B. De trein is daar gewoon niet op ingericht.”

Een van de projecten waaraan Mecanoo heeft gewerkt is station Delft. Bij uitstek een voorbeeld van hoe beleving in het openbaar vervoer beter kan. Lijbers vertelt dat Mecanoo werkt vanuit één filosofie. Bij elk ontwerp kijken ze naar de gebruiker, de plek en het doel. Oftewel: People, Place and Purpose. “Daar hebben wij heel veel kansen gezien bij mobiliteit. Dat gebeurt daar simpelweg niet genoeg.”

Precies deze filosofie draagt Mecanoo uit op het event ‘Sturen op beleving: een nieuwe kijk op de mobiliteitstransitie’ georganiseerd door Goudappel. Op donderdag 29 september spreekt Lijbers op dit event over de noodzaak van het centraal stellen van de beleving van de reiziger bij het ontwerp van openbaar vervoer. Station Delft is een van de voorbeelden waar de beleving als uitgangspunt is genomen.

“Bij station Delft hebben we aan de hand van onze methode eerst gekeken naar de gebruiker. Veel reizigers op station Delft hebben een verbinding met de universiteit. Daarnaast werd de trein ondergronds gehaald, wat een uitdaging biedt voor de beleving. Het moet een prettige plek zijn van binnen en het moet verbonden zijn met de stad. Hoe zorg je ervoor dat je binnenkomt en meteen beleeft dat je in de historische stad Delft bent?”

“We hebben daarom een hele grote vide gemaakt en het plafond heel erg uitgelicht. We hebben het expressief golvende plafond dramatisch vormgegeven en gekoppeld aan Delft door de historische kaart van de stad erin te verwerken. Op de begane grond hebben we rondom aan de zijden glas ontwerpen zodat de gebruiker meteen verbonden is met de stad en de omgeving. Je kunt je gelijk oriënteren ondanks dat je van een ondergronds perron komt.”

“Het station is een soort binnenplein geworden waar je kan zitten, eten en ontmoeten. Zeker ook omdat de begane grond is gekoppeld aan de publiekshal het stadskantoor.”

Het plafond van station Delft is zichtbaar vanaf het perron.

Bibliotheek als voorbeeld

Veel meer stations kunnen dezelfde stap maken als Delft. De beleving kan vergroot worden. Lijbers ziet een voorbeeld in bibliotheken. “Wij zijn met bibliotheken bezig om de beleving goed te krijgen. Veel mensen die, een boek zoeken, kop koffie willen, willen ontmoeten of rustig te werken gaan steeds vaker naar een bibliotheek. Hoezo kan dat op een station niet? Waarom is een station niet ook een verblijfs en ontmoetingsplek?”

Niet alleen stations moeten zich daarin ontwikkelen, maar ook de zogenoemde mobiliteitshubs. “We hebben een grote woningbouwopgave waarbij steeds meer mensen op hetzelfde oppervlakte komen wonen. Al die woningen moeten omsloten worden en die mensen moeten worden vervoerd op hetzelfde stuk land. Dat betekent dat we mobiliteit moeten delen. Je krijgt dan een soort ministations in de wijk. Ik denk dat daar ook heel veel kansen liggen.”

“Een positieve beleving is noodzakelijk bij het gebruik van openbaar- en deelvervoer. Een bushalte is niet alleen een koppeling van je loopje naar de bus, maar het is een plek waar je twintig minuten moet wachten. Welke activiteit ben je dan aan het uitvoeren? Als je daar over nadenkt dan spelen bijvoorbeeld de hoeveelheid wind, akoestiek, temperatuur of een zitplek een rol. Je denkt op een andere manier na.”

Ontwerp voor het interieur van een RET-metro.

Treininrichting

Mecanoo heeft niet alleen naar stations gekeken. Ook het interieur van treinen en metro’s kunnen beter worden afgestemd op de beleving. “Voor het treininterieur hebben wij gekeken naar de behoefte van de gebruiker. In de trein zijn we gaan kijken naar de ideale omgeving per activiteit. Als jij een serie wil kijken dan verwacht jij een andere plek dan wanneer jij kort reist met meerdere mensen. Daarnaast verwachten we in de toekomst veel meer mensen in de trein. We moesten ook nadenken hoe we de capaciteit konden verhogen.”

Lijbers vertelt dat Mecanoo verschillende modules heeft ontwikkeld. In het ideaalbeeld bestaat een trein uit verschillende modules. Een trein waar reizigers lang inzitten ziet er dan heel anders uit dan een trein op een kort traject.

“Het idee is om een diversiteit aan te bieden. Als je langer in de trein zit ben je gewoon andere dingen aan het doen dan wanneer je tien minuten in de trein zit. Als de trein misschien vaker kan rijden op korte trajecten, biedt dan minder zitplekken aan. Dat kan ook een comfort bieden en een bepaalde connectie beter maken. Op die manier denk ik dat je het vanuit verschillende perspectieven moet bekijken.”

Daar zit natuurlijk wel een spanningsveld. “Vanuit de treinbouwer wordt er natuurlijk ook gekeken naar haalbaarheid en onderhoud. Wij moeten ons afvragen of het dan nog steeds een prettige trein is om in te zitten. Die beleving moeten we hard pushen. Dat is eigenlijk wat wij doen bij al onze projecten, op alle schaalniveau’s.”

Lees ook:

Auteur: Sander Van Vliet

2 reacties op “Ontwerpen voor openbaar vervoer: ‘De trein is niet ingericht op de reiziger’”

Pat Rick|05.10.22|09:28

@Sierts: de denkfout is inderdaad gemaakt, en wel in het kader van “business development” (ofwel poging tot omzetvergroting op lange termijn). En hier concreet in een gratis artikel.

Maar dit soort artikelen en die over BRT/HOV (veel busbedrijven zijn partners van deze site) zorgen ervoor dat reizigers sub-standaard oplossingen krijgen. Terwijl gewoon gekeken moet worden wat de beste oplossing is en dit systematisch gerealiseerd moet worden. Al erkend is dat het OV rond A’dam te versnipperd is

asierts|04.10.22|15:12

De openingszin hierboven klopt niet: Mecanoo ontwerpt niet het OV, maar ontwerpt fysiek-technische objecten die door de klant gebruikt worden. Dat is echt iets anders!

“Het OV” als zodanig is uiteraard de vervoers-dienstverlening van A naar B, oftewel de dienstregeling van A naar B, de werkelijke dienstuitvoering *en* de individuele klantbeleving van de totale verplaatsing.

Het OV ‘verengen’ tot de fysiek-technische elementen (stations/hubs, voertuigen enz.) is een beruchte denkfout.