Rechter stelt vakbonden in gelijk over vaststellingsovereenkomst NS

Rechter
Bron: utah778 via iStock (vrij te gebruiken)

NS moet in een vaststellingsovereenkomst voor werknemers die vrijwillig eerder uitstromen een voorbehoud opnemen, zodat zij later nog recht hebben op eventuele hogere vergoedingen. Dat heeft de voorzieningenrechter bepaald in een kort geding dat was aangespannen door vakbonden FNV en VVMC. Als medewerkers deze overeenkomst tekenen, dan betekent dit volgens de bonden dat zij akkoord gaan met een lagere ontslagvergoeding dan in de NS-cao is vastgesteld.

Op dit moment loopt er nog een bodemprocedure tussen NS en de vakbonden over drie cao-bepalingen.
Vakbondsbestuurder Henri Janssen van FNV Spoor: “Wij hebben over een aantal punten in de cao een andere uitleg. Zo zijn wij van mening dat werknemers recht hebben op een hogere ontslagvergoeding. Ook vinden wij dat in de cao staat dat de werkgever pensioenpremie door moeten betalen bij WW.”

Mogelijk kan het nog zo’n anderhalf jaar duren voordat er uitspraak wordt gedaan in deze zaak. Op dit moment stromen er honderden werknemers uit bij NS. De spoorvervoerder moet nu van de rechter in het zogeheten finale kwijtscheldingsbeding een voorbehoud opnemen. Als de vervoerder dat niet doet, dan moet het bedrijf een dwangsom van honderd euro per dag per medewerker betalen.

Regeling voor vervroegde uitstroming medewerkers

NS heeft een pre-mobiliteitsregeling ingesteld, waarbij werknemers worden gestimuleerd om eerder uit te stromen met het aanbieden van een financiële compensatie. In de afgelopen periode hebben al enkele honderden ‘pre-mobiele werknemers’ een dergelijke vaststellingsovereenkomst getekend. De komende tijd zal een groot aantal andere werknemers die van de vrijwillige vertrekregeling gebruik willen maken een vaststellingsovereenkomst worden voorgelegd.

FNV en VVMC wil dat NS in de vaststellingsovereenkomst een voorbehoud wordt opgenomen dat mochten de vakbonden de bodemprocedure winnen dat zij alsnog aanspraak kunnen maken op cao-bepalingen die voor hen positiever uitvallen. Met het tekenen van de vaststellingsovereenkomst met daarin het volledig finaal kwijtscheldingsbeding zouden de werknemers volgens de bonden hier geen recht meer op hebben.

“Een bodemprocedure duurt erg lang en de komende tijd stromen veel werknemers uit. Werknemers moeten nooit tekenen voor iets dat onder het cao-niveau is. Ze moeten geen afstand doen van waar ze recht op hebben”, vindt Janssen.

Opnemen voorbehoud in finale kwijtscheldingsbeding

NS heeft betoogd dat van de NS-werkgevers niet kan worden gevergd dat zij in het finale kwijtingsbeding een voorbehoud opnemen, omdat zij daarmee hun werknemers in toekomstige gevallen anders, en wel gunstiger, zou moeten behandelen dan zij bij de eerdere toepassing van de vrijwillige vertrekregeling heeft gedaan. De voorzieningenrechter geen aan de vervoerder hierin niet te volgen.

FNV en VVMC stellen dat NS misbruik maakt van de (machts)ongelijkheid tussen haar als werkgever en de werknemers voor wie het ‘slikken of stikken’ is. “Daarmee handelt NS in strijd met haar verplichting om de cao na te leven en om zich als goed werkgever te gedragen, en worden de belangen van de werknemers onevenredig geschaad”, aldus de bonden.

De rechter stelt dat werknemers die van de vrijwillige vertrekregeling gebruikmaken, zich als de bodemrechter in het voordeel van de vakbonden heeft beslist, zich tot de rechter moeten wenden om alsnog aanspraak te maken op hogere vergoedingen.

Uitspraak

“Van een goed werkgever mag onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs worden verlangd dat hij zijn werknemers een individuele gang naar de rechter bespaart indien in het ‘collectieve’ geschil met de vakbonden onherroepelijk is beslist dat de uitleg die de werkgever eerder ten nadele van de werknemer aan de cao heeft gegeven (geheel of ten dele) onjuist is.”

De voorzieningenrechter stelt FNV en VVMC in het gelijk en bepaalt dat NS een dwangsom van honderd euro moet betalen voor elke vaststellingsovereenkomst met een volledig finaal kwijtscheldingsbeding die aan een werknemer wordt aangeboden. Er vanuit gaande dat het nog anderhalf jaar zal duren voordat in de bodemprocedure onherroepelijk zal zijn beslist komt dit op een totale dwangsom uit van ongeveer vijftigduizend euro per werknemer.

Dit artikel is eerder verschenen op SpoorPro.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Marieke van Gompel

Marieke is algemeen hoofdredacteur van van ProMedia Group.

1 reactie op “Rechter stelt vakbonden in gelijk over vaststellingsovereenkomst NS”

Kees Boer|09.12.21|19:32

Dat is maar goed ook voordat de uittredende werknemers met een kluitje in het riet worden gestuurd