KiM: minder OV-gebruik en spitsdrukte door veranderd reisgedrag

Stationsplein Rotterdam Centraal
Foto Dylan

Thuiswerken en thuisonderwijs hebben vooral gevolgen voor de ontwikkeling van OV-gebruik en spitsdrukte. De afstand die per trein, bus, tram en metro wordt afgelegd, neemt door structurele gedragsveranderingen veel sterker af dan die per auto. Dit zorgt er tegelijkertijd voor dat de piekdrukte vooral in het OV kan afnemen, waarvoor wel meer maatregelen kunnen worden genomen.

Bevolkingsgroei en economische groei zullen er wel voor zorgen dat mobiliteit blijft groeien na de coronacrisis, stelt het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in het onderzoek ‘Gaat het reizen voor werk en studie door COVID structureel veranderen?’. Iets meer dan de helft van de werkende Nederlanders heeft tijdens de coronaperiode thuisgewerkt en op afstand vergaderd. Circa de helft van hen verwacht dit structureel vaker te blijven doen dan voor de virusuitbraak. Onder studenten denkt 25 tot 30 procent vaker thuisonderwijs te blijven volgen.

Grootste afname in OV

Als gevolg hiervan verwacht het KiM dat het aantal woon-werkverplaatsingen na corona met 10 tot 13 procent daalt en die voor onderwijs met 3 tot 5 procent. Daarbovenop neemt het aantal binnenlandse zakelijke verplaatsingen door digitaal vergaderen af met 7 tot 11 procent. Deze afname zal vermoedelijk wel grotendeels gecompenseerd worden door overige verplaatsingen zoals winkelen of een blokje om.

Dit heeft dus met name gevolgen voor gebruik van het openbaar vervoer. De totale afgelegd afstand met de trein zal afnemen met 3,9 tot 8,8 procent en die met de bus, tram en metro is dit 3,5 tot 8,1 procent. Daarbij is rekening gehouden met de verwachte compensatie door alternatieve reizen en mogelijke overstap op andere modaliteiten, hoewel de kans op dit laatste gering is.

Het effect voor het OV is veel groter dan die voor de auto, waar rekening wordt gehouden met een afname van 1,1 tot 3,6 procent. Dat komt omdat het openbaar vervoer relatief veel wordt gebruikt voor woon-werkverplaatsingen, zakelijke reizen en onderwijs. Bovendien geven treinreizigers vaker aan in de toekomst meer thuis te blijven werken.

(Tekst gaat verder onder afbeelding)

Effecten op afstand (bron: KiM)
Effecten van thuiswerken, digitaal vergaderen en thuisonderwijs op afgelegde afstand (bron: KiM)

Spreiding

De gedragsveranderingen werken ook spreiding in de hand. Het KiM voorspelt met name een afname van verplaatsingen op woensdag en vrijdag. Gedurende de dag wordt vooral rekening gehouden met impact op de ochtendspits, die vrijwel volledig toe te schrijven is aan forensen. In de avondspits ligt het effect lager. Tijdens de daluren zal er door de ‘compenserende reizen’ juist sprake zijn van een lichte stijging. Van het schuiven met werk- en studietijden om spits te mijden wordt slechts minimaal impact verwacht.

Ook als het om spreiding gaat, is de verwachting dat de gevolgen het grootst zijn voor het openbaar vervoer. In de trein zal de afgelegde afstand in de ochtendspits zelfs met 10 tot 17 procent toenemen en in de avondspits met 5 tot 11 procent. Voor bus, tram en metro ligt dit iets lager: min 9 tot 15 procent in de ochtend en 3 tot 9 procent lager in de avond.

(Tekst gaat verder onder afbeelding)

Effecten op speiding (bron: KiM)
Effecten van thuiswerken, digitaal vergaderen en thuisonderwijs op spitsmobiliteit (bron: KiM)

Prijsprikkels

Het KiM wijst er wel op dat meer thuiswerken en meer thuisonderwijs minder effect heeft op mobiliteit als iedereen massaal op dezelfde dagen en momenten naar kantoor of school zal komen. Bijvoorbeeld als er collectief voor wordt gekozen om in de dagen rond het weekend thuis te werken. Ook zijn er weinig mensen die van plan zijn om op andere tijden te werken.

Om meer spreiding in de hand te werken, kan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat volgens het KiM aan meerdere maatregelen nemen. Een daarvan is prijsprikkels om reizen in de spits te ontmoedigen, met bijvoorbeeld aanpassingen van woon-werkvergoedingen. Er wordt ook op gewezen dat mogelijkheden rond spreiding vaak samenhangen en beperkt worden door openingstijden van scholen, opvang en vaste schoolvakanties.

Verder wordt gewezen op het maken van afspraken en meer samenwerking tussen werkgevers, scholen en regionale netwerken. Ten slotte luidt het advies om breder te kijken dan alleen naar thuiswerken, digitaal vergaderen en thuisonderwijs. Lang niet alle werkzaamheden, functies, werksituaties en personen zijn namelijk even geschikt hiervoor. Aandacht voor bijvoorbeeld goede OV- en fietsvoorzieningen blijft dan ook belangrijk.

Méér mobiliteit

De ontwikkelingen worden door het KiM omschreven als een ‘dempend effect’. De afgelegde afstand neemt weliswaar minder snel toe dan zonder corona het geval zou zijn, maar over de hele linie wordt niet minder gereisd. Factoren als bevolkingsgroei en economische groei zullen juist zorgen voor méér mobiliteit. Dit alles is nog altijd omgeven door veel onzekerheden. Zo zal de omvang van de structurele veranderingen onder meer afhangen van het succes van hybride werkvormen.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Dylan Metselaar

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.