Hoe kan het OV duurzame energie slimmer benutten?

Pantograaf elektrische bus (foto: Arriva)
Foto: persbericht Arriva

Het is de bedoeling dat alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer vanaf 2025 op volledig hernieuwbare energie of brandstof rijden. Tegelijkertijd raken vraag en aanbod van duurzame energie alleen maar meer uit balans. De OV-sector kan door een energie-inkoopcollectief te vormen zijn steentje bijdragen aan een betere benutting van duurzame energie én kosten besparen.

Het gezamenlijk inkopen van energie door vervoerders is een van de voorstellen in het rapport ‘Duurzame energievoorziening voor OV en spoor: Opgaven, initiatieven, kansen’, dat is opgesteld door het Platform Duurzaam OV en Spoor. Hierin is anderhalf jaar onderzoek en discussie samengebracht, op zoek naar manieren waarop vervoerders en OV-autoriteiten vraag en aanbod van duurzame energie op elkaar kunnen afstemmen.

Grijze energie als back-up

Daarvoor moet zowel naar de energie- als vervoersketen worden gekeken, dus van de opwek van hernieuwbare energie tot het rijden van de dienstregeling. Voorlopig beperkt de aandacht bij verduurzaming van het OV zich vooral tot dat laatste. Terwijl duurzame energie lang niet altijd op dezelfde plek of op hetzelfde moment wordt opgewekt als waar het voor het OV nodig is.

Dat maakt dat op jaarbasis voldoende duurzame energie wordt ingekocht om de dienstregeling te rijden, maar dat er geen sprake is van zogeheten ‘uurmatching’. Op tijden dat de vraag het aanbod van hernieuwbare energie overtreft, wordt als back-up grijze energie geleverd. Nu steeds meer energie wordt opgewekt met wind en zon, zal deze onbalans alleen maar toenemen. De prijsschommelingen die dit met kan meebrengen, vormen een risico voor de OV-sector. Door de vaste dienstregelingen is er weinig flexibiliteit als het gaat om energieverbruik.

Energievraag meer voorspelbaar

Toch kan ook het openbaar vervoer bijdragen aan slimmere energievoorziening. De sector kan de energievraag namelijk meer voorspelbaar maken en daarmee het aanbod beter planbaar maken, wordt gesteld in het rapport. “Je kunt de pieken voorspellen, helpen afvlakken door uitgesteld laden ten behoeve van netbalancering, en de dalen benutten, bijvoorbeeld door waterstofproductie.”

Een weg daarnaartoe zou het onderbrengen van spoor en bus in een gezamenlijk inkoopcontract zijn, waarmee met name de benutting van windenergie verbetert. Op dit moment wordt energie voor treinen collectief ingekocht door een coöperatie van spoorvervoerders en ProRail en gebeurt de inkoop voor het regionale OV per concessie. Terwijl het energiegebruiksprofiel van deze twee goed samengaat: die van het spoor kent een diep dal in de nacht, een ideaal moment om bussen op te laden.

Afspraken

In een gezamenlijk contract zouden afspraken moeten worden gemaakt met één of meerdere energieleveranciers over zowel nieuw te realiseren opwekking als conversie en opslag in Nederland, waarmee de duurzaam opgewekte energie op momenten van overschot kan worden gebruikt op momenten van grote vraag (uurmatching). Busvervoerders kunnen verder als collectieve dienst bijdragen aan balans van het netwerk via planning van laadmomenten, eventueel als onderdeel van een planmatige aanpak om optimale laadlocaties te kiezen zoals netbeheerders graag zien.

Bestaande langlopende contracten vormen wel een belemmering voor collectief inkopen, hoewel dit kan deels worden weggenomen door een partnership aan te gaan. Verder wordt duurzame energie-inkoop door vervoerders gezien als onderscheidend thema bij aanbestedingen, maar in het rapport wordt gesteld dat iedereen “nu toch bijna hetzelfde” doet, namelijk het inkopen van garanties van oorsprong. Hiermee wordt aangetoond dat ergens een bepaalde hoeveelheid energie duurzaam is opgewekt.

Vervoersautoriteiten zouden gezamenlijke inkoop kunnen stimuleren door aan te bieden dat het bedrag dat hiermee wordt verdiend ten opzichte van een basisinkoopprijs ten goede komt aan vervoerders. Verder kan het inzichtelijk maken hoe wordt bijgedragen aan netbalancering bijvoorbeeld extra punten opleveren bij een aanbesteding.

Meervoudig gebruik netaansluiting

Een tweede aanbeveling in het rapport is een nauwere samenwerking tussen vervoersautoriteiten, vervoerders, netbeheerders en energieproducenten om lokale opwek te koppelen aan energie-infrastructuur voor het OV en spoor. “Door kaarten over elkaar heen te leggen kun je locaties opsporen waar je opwek direct kunt koppelen aan OV of andere vragers, en meervoudig gebruik van aansluitingen kunt bevorderen.” Een weg hiernaartoe kan door in de concessieovereenkomst op te nemen dat vervoerders mee moeten werken om lokaal opgewekte energie af te nemen.

Het Platform Duurzaam Openbaar Vervoer ging in 2016 van start als initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om acties voor duurzaam spoorvervoer uit te werken. De stuurgroep van het platform wordt onder meer gevormd door vervoerders Arriva, GVB, Keolis, NS, Transdev, Qbuzz en Deutsche Bahn. Ook ProRail, KNV, Railforum en de provincie Groningen zijn aangesloten.

Lees hier het volledige rapport van het Platform Duurzaam OV en Spoor.

De elektrificatie van het vervoer brengt enorme uitdagingen met zich mee op het gebied van laadinfrastructuur. We is waarvoor verantwoordelijk? En kan het netwerk de enorme vraag naar elektriciteit wel aan? Dat en meer komt op 1 juni aan bod tijdens het online Congres Laadinfra ’21. Bekijk het programma en maak nog snel gebruik van de vroegboekkorting.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Dylan Metselaar

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.