Zuid-Holland wil marktwerking verhogen met andere financiering bussen

R-net bus Zuid-Holland
Foto: provincie Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland hoopt met een alternatieve vorm van financiering de belemmering voor vervoerders weg te nemen om in te schrijven op nieuwe concessies. Het is een van de motieven waarom de provincie denkt over het verstrekken van leningen of garantstellingen aan vervoerders om te investeren in nieuw materieel. Op die manier wordt bijgedragen aan een verhoogde marktwerking.

Dat blijkt uit het transitieplan ‘Onderweg naar een toekomstvast OV’, dat de provincie deze maand heeft toegestuurd aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Bij de huidige vorm van financiering van het OV in Zuid-Holland leaset de vervoerder middelen voor materieel van een bank of financier.

Volgens de provincie is het ook zonder de coronacrisis daarom al lastig om tijdens een aanbestedingsprocedure financiering voor nieuwe bussen te verkrijgen. Een andere financieringsvorm leidt “per definitie” tot lagere kosten voor de vervoerder, staat in het transitieplan. “En daarmee mogelijk tot meer geld voor het openbaar vervoer.”

Bussenlening

Daarbij gaat de voorkeur van de provincie uit naar een zogeheten bussenlening, die al wordt toegepast door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam. De provincie leent dan tegen lage rentetarieven het bedrag van de investering aan de vervoerder, of staat garant zodat tegen een lagere rente kan worden geleend bij een financier. In het transitieplan noemt Zuid-Holland dit een “interessante optie” voor de financiering van nieuw materieel. Daarbij houdt het ook de mogelijkheid tot het financieren van laadinfrastructuur en treinen nadrukkelijk open.

Door de lagere rentelasten blijft er meer ruimte over om aan het OV te besteden, is het idee. Op die manier kunnen vervoerders betere biedingen doen bij een aanbesteding of meer kunnen investeren in de lopende concessie. Verder komt dit de continuïteit van het OV ten goede, mocht een vervoerder in financiële problemen komen. De provincie kan namelijk een opstalrecht bedingen en een overname van materieel verplichten. Het draagt eveneens bij aan verdere verduurzaming en een verhoogde marktwerking bij aanbestedingen van nieuwe concessies.

200 miljoen euro

Als alle dieselvoertuigen in de drie busconcessies van Zuid-Holland worden vervangen door zero emissiebussen en alle vervoerders gebruikmaken van een lening of garantstelling, verwacht de provincie circa 200 miljoen euro te moeten uittrekken. Dat kan financiële gevolgen hebben voor de totale begroting. Als de provincie namelijk grote geldbedragen leent op de kapitaalmarkt, kan dit leiden tot een hogere rente voor andere leningen.

Een gewijzigde financieringsvorm zou gevolgen kunnen hebben op vaarwegconcessies en zelfs op aannemers van infrastructurele projecten, voorziet de provincie. Zowel de financiële en juridische gevolgen als de nieuwe financieringsvorm zelf moeten nog worden uitgewerkt. Bovendien vraagt het verstrekken van een subsidie in de vorm van een lening of garantstelling om aparte besluitvorming van Provinciale Staten.

De vervoerders stelden recent in een marktverkenning behoefte te hebben aan een andere verdeling van financieringslasten van materieel, waarbij een garantstelling of het verschaffen van leningen als voorbeelden werden genoemd. Het is voor vervoerders belangrijk dat zij eigenaar blijven of de controle over de vloot behouden, omdat dit wordt gezien als een belangrijk onderdeel waarop ze zich kunnen onderscheiden.

Andere maatregelen

De bussenlening maakt in het transitieplan deel uit van het scenario waarbij de reizigersaantallen eind dit jaar zijn hersteld tot 80 procent van normaal én het Rijk de OV-sector blijft steunen. In dit scenario richt het OV zich vooral op snelle en frequente verplaatsingen tussen kernen. Verder wordt doorgepakt op de verantwoordelijkheid van de vervoerder voor de beschikbaarheid van vervoer in de hele keten van deur tot deur. Vaste lijnen mogen pas worden geschrapt als de alternatieve (keten)diensten “net zo goed zijn”.

De provincie heeft ook het zogeheten nul-scenario uitgewerkt, waarbij de coronasteun in 2022 stopt en de reizigersaantallen laag blijven. Dan wordt naar schatting maximaal 30 procent afgeschaald om te komen tot een dienstregeling van het “absolute basisniveau”. Dat moet gebeuren door lagere frequenties, minder parallelliteit en fijnmazigheid en het opheffen van lijnen, op een bepaald deel van de dag of zelfs de hele dag. In dat geval kunnen de beleidsmatige doelen op weg naar een toekomstvast OV in 2040 niet worden behaald, waarschuwt de provincie.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Dylan Metselaar

3 reacties op “Zuid-Holland wil marktwerking verhogen met andere financiering bussen”

asierts|20.04.21|21:31

@ Kees : heb je daar ook een nadere onderbouwing bij ? Dat zou wel helpen om een discussie op gang te krijgen.

Kees van Leeuwen|20.04.21|15:36

Er moet een einde komen aan de marktwerking in het Openbaar Vervoer.

Dat is mijn inbreng bij dit artikel, ik wil dat er landelijke discussie op gang komt om Concessie & Aanbesteding te stoppen in het busvervoer.
De afgelopen jaren en vooral nu tijdens de Coronacrisis en ook daarvoor zie je het OV een zwaar beroep op het Rijk moet doen om financieel het hoofd boven water te houden.

Bram Cazius|13.04.21|12:33

Financiering bussen: PZH neemt bankiersrol op zich. Zie de Ceteco affaire 1999. Provincies behoren zich bezig te houden met hun feitelijke taken en niet businessvreemde activiteiten te ontwikkelen.

Dieper liggende vraag is het huidige systeem van concessies adequaat genoeg is?

Datzelfde gebeurde met het uitplaatsen van wegenbouw-/vaarwegenactiviteiten meer uit die organisatie en ondergebracht in IBZH. Voor ontwerpen; begroten en beoordelen van projecten moest de Provincie die kennis inhuren.