Ontwikkelagenda schetst noodzakelijke investeringen voor toekomstbestendig OV

Noord/Zuidlijn
Bron Inge

Een toekomstbestendig openbaar vervoer in 2040 valt of staat met het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol. Ook doorgroei van het programma hoogfrequent spoorvervoer is cruciaal voor verdere investeringen in de komende twintig jaar. Dat staat in de Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040, die staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat heeft gestuurd aan de Tweede Kamer.

In de ontwikkelagenda beschrijven de OV-sector, decentrale overheden en het Rijk welke investeringen nodig zijn. Ook wordt beschreven welke mogelijkheden er zijn om in stappen naar de ambities voor de komende twee decennia toe te werken. Het 73 pagina’s tellende document is daarmee gekoppeld aan het Toekomstbeeld OV 2040 van begin 2019. Deze bevat een gezamenlijke toekomstvisie voor het OV om het hoofd te bieden aan de verwachte forse reizigersgroei, waar door de coronacrisis geen verandering in is gekomen.

Die visie bestaat in hoofdlijnen uit het omvormen van het OV tot een metro-achtige verbinding op een landelijke stedenring, goede verbindingen naar het noorden, oosten en zuiden van het land en een snelle treinverbinding naar Duitsland. Lightrail en snelle bussen moeten in en naar de stad zorgen voor goede verbindingen om relatief korte afstanden te overbruggen.

Concrete besluiten nodig

“We moeten blijven investeren in het openbaar vervoer. Deze crisis gaat voorbij en dan hebben we het OV keihard nodig”, aldus minister Van Veldhoven. De groei van de bevolking, forse woningbouwopgave en een duurzame leefomgeving – samen met de lange doorlooptijd van infraprojecten – vragen de komende jaren om concrete besluiten op het gebied van mobiliteit. “Met de ontwikkelagenda laten we zien welke keuzes een nieuw kabinet kan maken, maar werken we ook verder aan noodzakelijke investeringen in het OV voor een robuuste basis.”

De mogelijkheden zijn inzichtelijk gemaakt in negen ‘menukaarten’ met elk een eigen ontwikkelrichting. Daarbij is uitgewerkt wat de verschillende opties kosten, hoeveel nieuwe reizigers ervan kunnen profiteren en welke haken en ogen eraan zitten. De belangrijkste is ‘menukaart 0’: randvoorwaardelijke bouwstenen die essentieel zijn om de doelen van het Toekomstbeeld OV te bereiken. Een groot deel van de bouwstenen in de andere acht menukaarten vallen of staan met het realiseren van deze ‘robuuste basis’.

Twee essentiële stappen

Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee stappen. De eerste is doorgroei van hoogfrequent spoorvervoer. Aanvullende investeringen in dit programma zijn essentieel voor verdere netwerkuitbouw en om urgente knelpunten op te lossen die zich naar verwachting ruim voor 2040 zullen voordoen. De tweede stap betreft een tweetal cruciale ingrepen op het spoornet: het doortrekken van de Noord/Zuidlijn – wat bijdraagt aan verstedelijking en de economie – en het maken van een keuze voor de routering van goederentreinen van Rotterdam naar Noordoost-Europa.

Andere bouwstenen uit deze menukaart zijn voldoende budget voor beheer, onderhoud en vervanging van bestaande infrastructuur, het maken van systeemkeuzes zoals ERTMS en ATO en het oplossen van urgente vervoersknelpunten. Daarvoor moeten bijvoorbeeld de treinstations Maastricht, Nijmegen, Zwolle en Eindhoven worden aangepakt, zodat deze worden omgevormd van knelpunt tot belangrijk knooppunt.

Tekst loopt door onder de foto

Basisdienstregeling, intercity op Eindhoven Centraal (bron: NS)

Geen blauwdruk

Parallel kan worden gestart met invulling van de andere acht menukaarten. Deze geven een brede weergave van mogelijke investeringen per ontwikkelrichting. Dit laat bijvoorbeeld zien wat nodig is om ‘een versnelling naar de landsdelen’ (waaronder de Lelylijn) of ‘hoogwaardig OV in en tussen de regio’s’ te realiseren. De menukaarten bevatten geen prioritering en zijn geen blauwdruk, maar moeten worden gezien als een basis voor gesprek over investeringen in het OV de komende twee decennia.

De investeringen die in de ontwikkelagenda worden genoemd, moeten er uiteindelijk voor zorgen dat op nog meer plekken altijd binnen tien tot vijftien minuten een trein, metro, tram of bus zal rijden. De maatregelen moeten verder met zich meebrengen dat de Randstad sneller bereikbaar is vanuit Zeeland, Twente, Limburg, Groningen en Friesland. Ook moet het makkelijker worden om voor een stedentrip naar België of Duitsland de trein te pakken.

Reizigersvereniging Rover

Reizigersvereniging Rover is erover te spreken dat er nu een brede inventarisatie ligt van kansen voor groei van het OV. “Om relevant te worden voor de reiziger is wel prioriteitsstelling nodig met een accent op capaciteitsgroei tussen nu en 2030. Naast spooruitbreidingen vooral door het realiseren van nieuwe HOV-busbanen en lightrail om de steden bereikbaar te houden.”

Vanuit de maatschappelijke urgentie is er volgens Rover meer en beter aanbod nodig zodat autogebruikers voor een groter deel van hun reis de overstap maken naar OV of fiets. Het gaat dan vooral om dagelijkse reizen tussen de tien en vijftig kilometer. “Die modal shift mogelijk maken, zorgt ook voor meer en beter OV-aanbod voor mensen die nu al het OV gebruiken. Naast het Nationaal Groeifonds voor grote projecten is daarom ook financiering nodig voor projecten die met name de modal shift ondersteunen, die vanuit klimaat, woningbouw en leefbare steden superurgent is.”

Volgende stap

Vanuit de provincies wordt eveneens een groot belang gehecht aan de ontwikkelagenda, zegt de Groningse gedeputeerde Fleur Gräper namens de decentrale overheden. “Er moeten tot 2030 honderdduizenden woningen en banen in en rond de steden worden gerealiseerd. Een goede bereikbaarheid is een randvoorwaarde om Nederland economisch én sociaal welvarend te houden. Openbaar vervoer biedt veel voordelen, ook met oog op de stikstofproblematiek en klimaatafspraken. Voldoende investeren in het openbaar vervoer is onmisbaar voor de ontwikkeling van Nederland.”

De OV-sector en gezamenlijke overheden werken dit jaar vanuit het Programma Toekomstbeeld OV aan een vervolg van de ontwikkelagenda. Het is de bedoeling dat beslisinformatie verder wordt aangescherpt en dat goede plannen worden doorontwikkeld. Het is vervolgens aan het nieuwe kabinet om dit samen met andere betrokken partijen stap voor stap inhoudelijk en financieel verder uit te werken om tijdig besluiten te kunnen nemen.

Bekijk hier de volledige Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Dylan Metselaar

4 reacties op “Ontwikkelagenda schetst noodzakelijke investeringen voor toekomstbestendig OV”

Pat Rick|19.02.21|16:57

Eindhoven heeft net een wisselvernieuwing achter de rug (net als Zwolle). En voor de lijn naar Dusseldorp moet het weer op de schop en straks voor R3X misschien weer. En station Eindhoven Centraal is pas vernieuwd in 2018/2019. En men moet station Acht/Airport naar voren halen in de tijd en niet wachten tot 2028.

Wees moedig, voorzichtig en houd vol!

Pat Rick|19.02.21|16:56

Dus laat Havenstad een voorbeeld zijn, waar men gaat wonen en de metro neemt in Amsterdam metropoolregio (van Hoofddorp tot Zaandam, van Almere tot Zandvoort). De Hoekse lijn bewijst dat men een nieuwe impulsen kan geven aan de regio, en een autoloze lifestyle kan ondersteunen. In Rotterdam zijn de voorsteden wel verbonden met metro en zie je versterkende effecten van Hoogwaardig OV. Zie ook NY, Singapore, Hong Kong

Pat Rick|19.02.21|16:56

Ontwikkeling in OV kan niet los worden gezien met de opdracht voor woningbouw. Door 100-duizenden woningen te bouwen op de Leidsche Rijn-manier maken we het juist lastiger. Kijk naar andere wereldsteden: hoogbouw rond OV-hubs zorgt voor compactere steden en minder vervoersbewegingen. En hoogbouw moet zijn met gebouwen die energie opleveren en met veel groen zijn. Dit ipv de Vinex-laagbouw die hitte-eilanden gaan vormen.

Marinus Reips|02.02.21|11:17

Een deel van alle treinpassagiers moet straks enkele kilometers vóór Schiphol overstappen op de Noord-Zuidmetro om “ruimte te maken” voor snelle treinen. Dagelijkse stoptrein-forenzen krijgen er dan minstens drie kwartier reistijd en twee maal een overstap bij (waar ze een pesthekel aan hebben). Die stappen dus over op de auto. Tegelijk zegt de minister dat snelwegen verbreed moeten worden ‘om vervuilende files te voorkomen’. Kan iemand mij kan uitleggen wat voor logica hier achter zit?