Provincie Brabant wil kunnen vernieuwen in OV-concessie
De provincie Noord-Brabant wil een groot deel van het bestaande OV op de schop gooien. Dit betekent meer ruimte in concessies voor flexibiliteit en deelsystemen en ‘mobiliteitshubs’ in plaats van traditionele bushaltes. De provincie kijkt in het kader van de nieuwe OV-concessies naar manieren om het verschillende vervoer te organiseren. Het is dus niet zeker dat flexibel vervoer en deelsystemen überhaupt in een concessies zullen worden opgenomen.
“De veranderende omgeving verplicht ons nu de vraag te stellen of ons openbaar vervoer daar een rol van betekenis kan blijven spelen”, aldus de Brabantse gedeputeerde Christophe van der Maat. “Kunnen we de 90 miljoen die we nu elk jaar inzetten voor onze bussen om het slimste en duurzaamste mobiliteitssysteem te bouwen?” Daarvoor is gewerkt aan een OV-visie.
Concessiesystematiek
De provincie heeft de ambities om de huidige concessiesystematiek aanpakken. “Nu besteden we al het openbaar vervoer voor een periode van acht tot tien jaar aan één vervoerder in een gebied aan”, vertelt de gedeputeerde. “Dat maakt dat we een heel betrouwbaar en uitgebreid openbaar vervoer-netwerk aan kunnen bieden maar tegelijkertijd kunnen we in de tussentijd maar beperkt kunnen vernieuwen terwijl de wereld om ons heen verandert. Dat willen we bij de volgende concessie anders doen.”
In de OV-visie stelt de provincie hoe belangrijk het is om meer ruimte te bieden aan verschillende marktpartijen voor mobiliteit als daar vraag naar is. “Dat maakt ook dat we deze visie nu hebben ontwikkeld. Om in 2022 met een nieuwe OV-concessie te te kunnen starten, moeten we nu besluiten wat we in de toekomst belangrijk vinden.” Bovendien wordt ook gekeken naar manieren om nieuwe mobiliteit te regelen buiten de concessies.
Ruggengraat
In de ogen van de provincie is het onmogelijk om voor OV alleen te kijken naar treinen, bussen en buurtbussen. “We willen niet doorgaan op de huidige manier waarbij de focus vooral ligt op vervoer op grotere reizigersstromen. Hierdoor staat vervoer op kleinere stromen en op rustigere tijdstippen onder druk. Tijd om de focus te verschuiven naar passende mobiliteit voor alle reizigers.”
Daarbij erkent de provincie dat niet alle mobiliteit afgelegd kan worden met innovatieve concepten, zoals deelauto’s en deelfietsen. Daarom zullen spoor en HOV-bussen wel enkele decennia de ruggengraat van het OV blijven. Maar daarnaast wordt een belangrijke rol weggelegd voor deel- en flexsystemen en mobiliteit als dienst, dus MaaS. Van der Maat: “Dat soort nieuwe vormen van flexibel en gedeeld vervoer gaan we in de toekomst meer inzetten, waarbij er ruimte is voor de markt en samenleving om ook zelf nieuwe concepten te ontwikkelen.”
Mobiliteit als dienst
Mobiliteit als dienst, of Mobility as a Service, is hier het sleutelwoord. Daarvoor wil de provincie werken met drie vormen van vervoer, namelijk direct, flex en samen. Op lijnen en momenten met veel vervoersvraag zijn er directe verbindingen. Daarvoor worden gewoon concessies verleend door de provincie, maar krijgen marktpartijen wel de ruimte om zelf vervoer aan te bieden en wordt gezocht naar een verbinding met het spoor.
Het flexvervoer regelt dat reizigers van locatie naar locatie worden gebracht. Dat kan van halte naar halte, maar ook van deur tot deur. Brabant hoopt met behulp van de markt en gemeenten dit vervoer te kunnen verbinden met het doelgroepenvervoer. Er wordt dus gekeken hoe en of dit vervoer opgenomen wordt in concessies.
Als laatste blijft ‘samen’ over, waarbij reizigers beter gebruik kunnen maken van de mobiliteit die er al is of te reizen met een deelsysteem of een vrijwilligersinitiatief. “De provincie biedt marktpartijen en initiatieven uit de samenleving veel mogelijkheden. We hebben een stimulerende en faciliterende rol, maar nemen onze verantwoordelijkheid waar dat nodig is.”
Marktregisseur
Die verantwoordelijkheid houdt in ogen van de provincie in dat het zoveel mogelijk mogelijk als marktregisseur optreedt en zorgt voor een gelijk speelveld op de markt. Zo kunnen marktpartijen en bijvoorbeeld start-ups een rol spelen. “Willen we Mobiliteit als dienst verder ontwikkelen, dan moeten de markt, samenleving en andere overheden meer ruimte krijgen. We gaan meer flexibiliteit inbouwen in concessies en contracten, zodat we nog beter kunnen inspelen op de vraag van de reiziger.”
Brabant zelf meent als provincie een sturende, faciliterende en stimulerende rol te moeten innemen in de transitie. Het is namelijk vooral aan de markt zelf om aanbod op maat te leveren. De provincie draagt hieraan bij door samen te werken met andere overheden, door verbindingen te leggen met andere beleidsterreinen en te zorgen voor goede data en het leveren van kennis. “We nemen onze verantwoordelijkheid als dat nodig is, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid, data en toegankelijkheid.”
Prijsbeleid
Nieuwe vervoersconcepten zijn niet helemaal nieuw in Noord-Brabant. In Helmond wordt al geëxperimenteerd met flexibel vervoer en ook maatwerk wordt al op plekken beproefd. Aan dit soort initiatieven wil de provincie meer ruimte geven. “Het is volgens ons dé manier om ook op tijden en op plekken waar minder vraag is toch vervoer aan te kunnen bieden. Bijvoorbeeld in dorpen met weinig reizigers of in de weekenden,” aldus de gedeputeerde.
Dit vervoer wordt vanuit verschillende kanten, omdat de prijs voor de flexibele bussen hoger is dan die van een traditionele lijnbus. Onderzoek van Het PON uit 2018 onder Brabanders wees eerder ook uit dat 74 procent het openbaar vervoer in Nederland te duur vond. Een kwart gaf ook aan de auto te willen laten staan en van het OV gebruik te maken, als het openbaar vervoer maar goedkoper was.
De provincie wil echter bij alle vormen van vervoer een prijs rekenen die passend is bij de vraag. “Een deelauto of direct vervoer van deur tot deur is makkelijk en comfortabel dus daarbij past ook een hogere prijs. Tegelijkertijd moet mobiliteit ook in de toekomst betaalbaar blijven voor groepen die er dagelijks gebruik van maken.” Provinciale Staten nemen volgens planning eind november een besluit over de nieuwe visie.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?
kijk eens naar de provincies Groningen-Drenthe waar men al een splitsing heeft aangebracht tussen spoor- en hoofdbuslijnen (de GD concessie) en onder een nieuw systeem “Publiek Vervoer” (een samenwerking van alle 37 gemeentes) al het doelgroepenvervoer, leerlingenvervoer, regiotaxi’s, belbussen en buurtbussen heeft samengebracht. Vrijwillgers op de buurtbussen, mensen van de sociale werkplaats op de stadsbussen Assen, Hoogeveen, Meppel en voor de rest taxibedrijven. http://www.publiekvervoer.nl
@Wim de Leeuw
Met de uit de hand gelopen looneisen van het personeel kan het OV op de huidige manier niet verder. De Provincie geeft nu al 90 miljoen per jaar aan busvervoer uit en zijn er wel grenzen aan de kosten. Er zal dus naar andere mobiliteitsmogelijkheden gekeken moet worden waarbij opgemerkt dat het bovenstaande verhaal wel een buitensporig hoog gehalte aan luchtfietserij bevat. Ik vrees dat het net als in Gelderland met zijn innovatieplannen nog een hele moeilijke zaak gaat worden.
Kort samen gevat, ze schrijven altijd te laag in om de concessie te krijgen, kunnen chauffeurs door deze lage inschrijving geen fatsoenlijk contract geven (te weinig chauffeurs) door alleen op rendabele lijnen te rijden hebben we minder chauffeurs nodig met D rijbewijs en de andere lijntjes lossen we op met vrijwilligers met een B rijbewijs. Vooral geen taxibedrijven inschakelen want die zijn wel verplicht gediplomeerde mensen in te zetten volgens de wet met taxipas en dat is weer veel te duur.
Het komt er dus gewoon op neer dat er uiteindelijk geen bus meer rondrijdt in Brabant, alleen nog maar dure taxi’s.
Het geld voor dat asfalt wat de oliemaatschappijen en autofabrikanten eisen, moet toch ergens vandaag komen.
En de reiziger, die kan de boom in.