Rotterdam gaat voor zelfrijdende metro’s en bovenleidingloze trams

De RET-metro in Rotterdam

Autonoom rijdende metro’s die elke 100 seconden vertrekken, trams die deels los van de bovenleiding rijden en snelle gestrekte buslijnen, aangevuld met zelfrijdende auto’s voor ‘de last mile’. Als het aan de gemeente Rotterdam ligt, verandert het OV in de stad in de komende twintig jaar flink. Dit blijkt uit de maandag gepresenteerde visie van de gemeente en vervoerder RET.

In het Rotterdamse vervoersysteem staat de auto momenteel centraal: mensen leggen er momenteel ongeveer 80 procent van hun ritten af met de auto. Dit wil de gemeente gaan veranderen. Het aantal verplaatsingen dat mensen met het OV maken, moet in de hele Rotterdamse regio groeien met 33 procent.

Dit vereist een betere positionering van de tram ten opzichte van de metro in Rotterdam. Net als een betere verknoping tussen tram, spoor en bus, het bundelen en versnellen op sterke assen voor de bus en versnelling van de reistijd. Alleen zo kan het hoofd worden geboden aan de dreigende capaciteitsknelpunten en een groeiende vraag naar duurzame mobiliteit, is het idee.

Zelfrijdende metro’s

Er worden vooral veel kansen gezien bij het metronetwerk. Mede omdat er binnen niet al te lange tijd toch geïnvesteerd  moet worden in de infrastructuur van het metronet en in nieuwe voertuigen. Het metronetwerk kan, zo is de gedachte, beter benut worden door het inzetten van automatische metro’s.

De verwachte groei in Rotterdam moet opgevangen kunnen worden door metro’s 30 keer per uur te laten rijden en dit is louter mogelijk door automatisering. Hierdoor moet de reizigersgroei met 20 procent stijgen en de personeelskosten zullen dan niet langer bepalend zijn.

“De gemeente erkent
de uitdagingen in
interactie met overig verkeer

Ook steekt de gemeente in op de ombouw van de Oude Lijn – de huidige spoorlijn tussen Leiden, Den Haag, Rotterdam en Dordrecht – tot een derde metrolijn. Hier moeten lightrail-treinen 8 tot 10 keer per uur gaan rijden, is het idee.

De gemeente erkent de uitdagingen voor wat betreft de interactie met het overig verkeer op de delen van metronet. Toch is het de verwachting dat autonome metro’s sneller te realiseren zijn dan zelfrijdende bussen of trams – al behoren die laatst genoemde twee ook zeker tot de mogelijkheden.

Maar die moeten op de first en de last mile gaan rijden in rustige grensgebieden, in combinatie met snel en hoogfrequent OV. Momenteel worden er in de regio al pilots opgezet met zelfrijdende voertuigen.

Draadloze trams

Ook het tramsysteem verandert flink als het aan Rotterdam ligt. Nu al zijn er enkele grote uitdagingen voor het vervoer per tram in de stad. Op bepaalde plekken wordt de fiets steeds populairder ten koste van tram, de gemiddelde snelheid is relatief laag en de verknoping met andere OV-modaliteiten is beperkt.

Deze factoren, zo stelt de gemeente, vragen om een betere positionering van de tram ten opzichte van de metro in Rotterdam én om een betere verknoping van tram en spoor, ook op Zuid. Belangrijk zou ook zijn om de reissnelheid op het netwerk te verbeteren.

Aan het verlagen van de onderhoudskosten van de trams wordt ook gedacht. De traminfrastructuur moet nu overal onderhouden worden en met name in de uitlopers van het tramnet zijn de kosten per reiziger voor het onderhoud relatief erg hoog. Een oplossing hiervoor is door het tramvervoer aan de randen van de stad ‘bovenleidingloos’ uit te voeren. Dit vereist weliswaar investeringen in accu’s, maar zorgt ook voor flink lagere onderhoudskosten, ziet de gemeente.

Geld

Voor het uitvoeren van deze visie moet nog wel geld gevonden worden. Met de huidige middelen die de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) ontvangt, is weinig ruimte voor investeringen; er moet zelfs bespaard worden. Daarom is de MRDH druk opzoek naar andere wegen om de investeringen mee te kunnen betalen.

Besparen is namelijk geen optie voor de gemeente. Immers: er moet worden ingespeeld op de capaciteitsvraagstukken in de stad, de ontsluiting van nieuwe bouwlocaties, vervanging en onderhoud van het metrosysteem en innovatie.

Vervolg

De gemeente Rotterdam en de RET willen meteen aan de slag gaan met de uitvoering van de nieuwe visie. Tot aan 2022 gaat het met name om snelle hoogwaardige openbaar vervoer verbindingen (HOV) en pilots met autonoom rijden, de integratie tussen OV en doelgroepenvervoer en een nadere uitwerking van de herstructurering van het tram- en busnetwerk.

“Het is een mooie
ambitie voor de toekomst
van het OV in de regio Rotterdam

Tot aan 2029 staan vooral spoor- en stationswerkzaamheden op de agenda. Vanaf 2030 moeten de laatste stappen gezet worden voor de gewenste kwaliteitssprong in het openbaar vervoer in Rotterdam. Het gaat dan om het laten rijden van 12 lightrail-voertuigen op de Oude Lijn, de realisatie van de metrostations Entrepot, Van Nelle Fabriek en Schiedam-Kethel, de introductie van automatische metro’s op lijnen C en D vanaf 2030 en op lijn A, B en E vanaf 2040.

De RET is enthousiast over de visie. “Het is een mooie ambitie voor de toekomst van het OV in de regio Rotterdam”, zegt directeur Maurice Unck. “De plannen van de gemeente Rotterdam tonen aan dat investeringen in mobiliteit broodnodig zijn en hoeveel er nog geïnvesteerd moet worden, bovenop de investering die het kabinet de komende jaren doet.”

Onderwerpen: , , , , ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.