‘Succes landelijk MaaS-systeem hangt af van ontschotting’
De verwachting is dat reizigers zich in de toekomst niet langer beperken tot één of misschien twee vervoersmodaliteiten, maar moeiteloos overstappen van bus, trein, tram en metro naar fiets, deelauto en taxi. Dit betekent echter niet dat huidige OV-vervoerders al die modaliteiten zelf moeten aanbieden om nog een rol te spelen in de mobiliteit van de toekomst. Maar wel moeten er standaarden worden afgesproken.
“Vervoerders moeten een keuze maken welke rol zij in de toekomst willen spelen: aanbieder van één of enkele modaliteiten of die van regievoerder voor de hele reis”, voorspelt directeur Jan Koers van InTraffic. “In de rol van regievoerder of mobiliteitsprovider kan de vervoerder ervoor kiezen om met andere vervoersaanbieders samen te werken. Je hoeft niet alles zelf te doen.”
MaaS
Deze vorm van vervoer waarbij reizigers via een app de vervoersmiddelen kunnen kiezen voor hun deur-tot-deurreis, wordt MaaS genoemd, ofwel Mobility as a Service. Dit concept wint ook in Nederland aan terrein. Tot nu toe met name als gedachtengoed, maar de eerste implementaties staan voor de deur. Later dit jaar wil Connexxion in Amstelland-Meerlanden van start gaan met Whim, een mobiliteits-app waarbij reizigers voor een maandbedrag hun vervoer kunnen inkopen en met de app hun reis regelen
Standaard
Een grote uitdaging voor zowel vervoerders als OV-autoriteiten is nu om standaarden af te spreken voor de transferpunten of knooppunten, niet alleen voor data-uitwisseling maar ook voor fysieke systemen zoals fietsenstallingen, locksystemen, autodeling en de parkeerplaatsen. Koers: “Het is van groot belang dat zowel fysieke als data-elementen uitwisselbaar zijn en dat gebruikers overal op dezelfde manier gebruik kunnen maken van de verschillende modaliteiten. Het is heel vervelend als je bij elk station of transferpunt opnieuw moet uitzoeken hoe het werkt.”
Koers waarschuwt voor de risico’s als er geen standaard komt. “Als die standaard niet goed van de grond komt, krijg je allemaal eilandjes. Elke individuele aanbieder van vervoer ontwikkelt dan zijn eigen systeem. Dat is lastig voor de reiziger, lastig voor de autoriteiten en de systemen zijn niet meer uitwisselbaar.”
Klein beginnen
Die standaard moet snel ontwikkeld worden, al zal het nog wel even duren voor MaaS op grote of zelfs landelijke schaal wordt ontwikkeld, met daarin veel verschillende vervoersmodaliteiten. In eerste instantie zal MaaS kleinschalig op verschillende plaatsen worden ingevoerd. Denk aan de Zuidas in Amsterdam, waar nu al een bereikbaarheidsprobleem aan het ontstaan is.
Het grootste succes is met MaaS echter te behalen wanneer reizigers op elk mogelijk traject zonder problemen met verschillende vervoersmodaliteiten kunnen reizen. “MaaS zal vanuit de kleinschalige projecten groeien tot een landelijk dekkend systeem; de big bang bestaat niet”, aldus Koers. Als vooraf een standaard wordt ontwikkeld, geeft dat de garantie dat andere partijen en projecten later aan het systeem kunnen worden toegevoegd. “Het gebrek aan standaarden vormt daarvoor een virtueel schot.”
Overheid
Koers: “Dat standaarden innovatie tegenhouden is een groot misverstand. Standaarden helpen juist de innovatie te versnellen, omdat het synergie en co-creatie bevordert.” Hij hoopt daarom dat de overheid hierin een taak op zich neemt. “De overheid heeft dit ook gedaan bij Reisinformatie door middel van BISON, platform voor Beheer Informatie-Standaarden OV Nederland.”
Onlangs presenteerde Jasper van Kuijk van de TU Delft “Gebruiksgerichte strategie voor toekomstig OV-betalen”. Hij gaf op een aansprekende manier aan, waar het mis ging met de introductie van de OV-chipkaart. Men kopieerde systemen uit het buitenland zonder na te denken over de context hier en de belangen van de gebruikers i.c. de reizigers. Als gevolg daarvan is het systeem peperduur geworden en voldoet nog steeds niet volledig.