‘Investeer een deel van het begrotingsoverschot in verkeersveiligheid’

De gemeente Amsterdam vraagt aandacht voor de gevaren van smartphonegebruik in het verkeer. Foto gemeente Amsterdam/Guido Benschop

Het CBS meldde recent dat het begrotingsoverschot in 2018 ruim 11 miljard euro bedroeg. Het CPB houdt in haar ramingen voor 2019 en 2020 rekening met een forse ‘onderuitputting’. Dat betekent dat er minder geld wordt uitgegeven dan in de rijksbegroting is voorzien. Die positieve reeks werd in de Miljoenennota van vorig jaar al ‘zeldzaam’ genoemd: zo veel overschotten op een rij heeft Nederland in de afgelopen 45 jaar niet gehad. Investeer een deel van het begrotingsoverschot in verkeersveiligheid, betoogt Peter van der Knaap, directeur-bestuurder van SWOV, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid.

Tegenover de overschotten bij de rijksoverheid staan tekorten bij de lokale overheid. De rode cijfers van de lokale overheid bedroegen vorig jaar 0,7 miljard euro. Hoewel de vooruitzichten voor de komende jaren beter zijn, klonk de afgelopen jaren met name vanuit gemeenten een roep om voldoende financiële middelen. Een deel van het geld is ook nog eens gereserveerd voor nieuwe taken in het sociale domein. Bijna drie kwart van de gemeenteambtenaren verwacht bezuinigingen op infrastructuur. NRC Handelsblad verwoordde het al eens als volgt: het wordt voor gemeenten kiezen tussen steunkousen of stoeptegels.

Ongunstig

Verkeersveiligheid is voor dit kabinet prioriteit. Dat is niet zonder reden: het aantal verkeersdoden en –gewonden ontwikkelt zich de laatste jaren ronduit ongunstig. “Het aantal slachtoffers moet omlaag”, zo stelt het regeerakkoord. Samen met brancheorganisaties, provincies, gemeenten en handhavende instanties belooft het kabinet in te zetten op de realisatie van het manifest ‘Verkeersveiligheid: een nationale prioriteit’. In dat manifest – opgesteld door ANWB en dertig andere organisaties – staat als ambitie om een substantiële investering te doen in veiligere infrastructuur en beter onderhoud, met name op het onderliggend wegennet en de fietsinfrastructuur. Dat is van belang: van alle verkeersdoden valt ruim 80 procent op provinciale en – vooral – gemeentelijke wegen.

Op voorhand is al wel duidelijk dat veel wegen niet optimaal veilig zijn ingericht

De schaarste aan geld op gemeentelijk niveau is een risico voor het waarmaken van de ambities van het huidige kabinet. En die ambities zijn groot: in het nieuwe plan voor verkeersveiligheid van minister Van Nieuwenhuizen staat dat er in het jaar 2050 helemaal geen doden in het wegverkeer zouden mogen vallen. Een mooie doelstelling, die – zoals SWOV eerder dit jaar concludeerde – wel concrete maatregelen vergt.

Gerichte verbeteringen

Dit jaar wordt gestart met een analyse van de grootste knelpunten op regionaal niveau. Dat is positief: het kan leiden tot gerichte verbeteringen. Op voorhand is al wel duidelijk dat veel wegen niet optimaal veilig zijn ingericht. Of het nu gaat om 30 km-zones, vrijliggende fietspaden langs 50 km-wegen of een veilige inrichting van bermen: er is nog veel ruimte voor verbetering. Dat geldt ook voor verkeershandhaving. Sinds de financiële crisis en de keuze voor ‘handhaving in het verkeer’ in plaats van verkeershandhaving heeft met name de surveillance en daarmee het aantal ‘staande houdingen’ onder druk gestaan. Die zijn van belang om ook andere overtredingen dan op vaste plaatsen een te hoge snelheid of door rood rijden te constateren, zoals overmatig alcoholgebruik of handheld telefoongebruik.

Tegenover elke euro die ons land investeerde, stonden drie tot vier euro’s aan maatschappelijke baten.

Verkeersonveiligheid kost Nederland jaarlijks 14 miljard euro. De conclusie ligt dus voor de hand: bezie in overleg met de medeoverheden hoe een deel van het overschot in concrete verkeersveiligheidsmaatregelen geïnvesteerd kan worden, te beginnen in de rijksbegroting voor 2020. Dat die investeringen lonend zijn, heeft het CPB eerder berekend. Tegenover elke euro die ons land bij het laatste grootschalige offensief tegen verkeersonveiligheid investeerde (Startprogramma Duurzaam veilig Wegverkeer in de jaren ’00), stonden drie tot vier euro’s aan maatschappelijke baten.

Dat daarmee de overschotten in de toekomst nog verder groeien, is alleen maar meegenomen. Het gaat erom dat we ongevallen vermijden, de grote letsellast terugdringen en levens sparen.

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.