Europese steden willen dat EU meer investeert in mobiliteitstransitie
De Eurocities, een netwerk van ruim 200 Europese steden waaronder twaalf Nederlandse, roepen het Europees Parlement op meer geld te invensteren in de mobiliteitstransitie. Ook moeten er uniforme regels komen voor bijvoorbeeld zero-emissiezones.
Verder moet emissieloze mobiliteit de standaard worden, moet er meer geld naar openbaar vervoer en moet de uitwisseling van verkeersdata tussen bedrijven en overheden makkelijker worden.
Dat schrijft het collectief in een onlangs gepubliceerd manifest. De Eurocities kwamen 19 maart samen om de Europese beleidsagenda voor mobiliteit te bespreken. De Europese Commissie heeft de ambitie uitgesproken om voor steden meer fondsen ter beschikking te stellen voor schone vormen van mobiliteit, zoals lopen, fietsen en openbaar vervoer, mede met het oog op de European Green Deal. Het Europese Parlement moet hier nog mee instemmen.
“We hebben het Europees Parlement nodig bij het emissievrij maken van onze binnensteden”, aldus wethouder Eva Oosters (Emissieloos vervoer) van de gemeente Utrecht. Utrecht is een van de steden waar een zero-emissiezone is ingevoerd voor logistiek. Voor zero-emissiezones gelden landelijk bepaalde ontheffingen en vrijstellingen. “Als bij alle Europese steden dezelfde regels gelden, zal de markt zich veel sneller aanpassen en de innovatie op emissieloos vervoer aanjagen”, zegt Oosters daarover.
Verkeersdata
Het gebrek aan beschikbare verkeersdata is een belangrijk onderwerp voor de Eurocities. De steden willen dat het Europees Parlement de uitwisseling van deze gegevens tussen overheden en bedrijven, zoals verzekeringsmaatschappijen, aanmoedigt. Volgens de Eurocities is er een gebrek aan betrouwbare gegevens, terwijl die juist een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de herinrichting van de openbare ruimte.
“In Madrid hebben we zelf ervaren hoe belangrijk data zijn voor de planning en evaluatie van maatregelen. Ons verkeersmodel bestrijkt de hele stad en is cruciaal voor de besluitvorming”, aldus Lola Ortiz, directeur van mobiliteitsinfrastructuur van Madrid. Volgens Ortiz zijn er te weinig betrouwbare data beschikbaar en zijn deze vaak in handen van bedrijven.
De steden willen verder dat het Europese Parlement blijft investeren in het openbaar vervoer, dat volgens de ondertekenaars geleden heeft onder de coronacrisis. Ook andere vormen van duurzamer vervoer moeten prioriteit krijgen. “Het groeiende formaat en gewicht van privéauto’s is niet alleen een risico voor het klimaat, maar ook voor verkeersveiligheid en de ruimte die ze innemen.” De Eurocities willen dan ook dat er geïnvesteerd wordt in het onderzoek naar lichtere en schonere voertuigen, en dat er regels komen voor zulke voertuigen.
Ruimte creëren
“Omdat de stad qua inwoners blijft groeien, maar de ruimte niet meegroeit, moeten we wegen anders inrichten”, zegt de Utrechtse verkeerswethouder Lot van Hooijdonk. “Als we willen dat meer mensen gaan lopen, fietsen of het openbaar vervoer nemen, is het essentieel om daarvoor daadwerkelijk meer ruimte te creëren.”
De bijenkomst was “heel inspirerend”, laat wethouder Melanie van der Horst van de gemeente Amsterdam op LinkedIn weten. Zij sprak met bestuurders Simona Larghetti uit Bologna en Bart Dhondt uit Brussel over het instellen van 30 km/u als nieuwe maximumsnelheid. “De EU zou ons kunnen helpen steden te informeren over de voordelen van het instellen van een 30 km/uur-limiet en het verzamelen van gegevens”, zei ze op het congres.
Lees ook:
- ‘Overheden moeten werkgevers helpen bij groen woon-werkverkeer’
- Europese Rekenkamer: EU doet te weinig voor verkeersveiligheid
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?