Yesilgöz wil verkeersboetes niet verlagen, tot ongenoegen Kamer
Tot verontwaardiging van de Tweede Kamer gaat demissionair justitieminister Dilan Yesilgöz de verhoging van verkeersboetes niet matigen of terugdraaien. Medio februari stemde de Kamer in met een motie van DENK, waarin de minister werd opgeroepen de boetes niet te laten stijgen met 10 procent, maar met 4,3 procent te verlagen. Die oproep heeft ze naast zich neergelegd.
Dat meldt persbureau ANP. Op 1 maart zijn de boetes voor lichte verkeersovertredingen met 10 procent verhoogd. In het wekelijkse vragenuurtje van de Kamer uitte een groot aantal fracties hier hun ongenoegen over.
Yesilgöz besloot vorig jaar bij de onderhandelingen over de voorjaarsnota van het kabinet de boetes te verhogen, omdat er anders een gat in de begroting van Justitie en Veiligheid zou ontstaan. Ze heeft een keuze gemaakt om niet te bezuinigen op onder meer politieagenten, “de mensen die ons veilig houden”. In plaats daarvan koos ze er voor om “vermijdbare boetes” te verhogen. De bewindsvrouw verweet DENK dat de partij in haar motie ook geen dekking had aangedragen, voor het op een andere manier dekken van de begroting van Justitie en Veiligheid.
Raad van State
In november adviseerde de Raad van State al om de verhoging niet door te zetten. Volgens de raad zijn verkeersboetes namelijk bedoeld om de verkeersveiligheid te vergroten, niet om een gat in de begroting te dichten. Uit het advies blijkt dat 4,3 procent van de verhoging bedoeld is voor dat laatste.
De verhoging van 10 procent geldt vanaf 1 maart voor lichte verkeersovertredingen als het rijden door rood licht en snelheidsovertredingen. Door de verhoging zijn sommige verkeersboetes voor een lichte overtreding nu hoger dan die voor een zwaar verkeersmisdrijf. “Door die verschillen wordt het maatschappelijk draagvlak minder”, aldus de Raad van State.
Lees ook: