De keus is gevallen op oeververbinding tussen Feijenoord en Kralingen

De nieuwe oeververbinding in de regio Rotterdam komt te liggen tussen Feijenoord en Kralingen/de Esch, en niet tussen Ridderkerk en de Krimpenerwaard. Dat zijn diverse partijen, waaronder de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland dinsdag overeen gekomen. Ook het aanpakken van knelpunten rond de Algerabrug in Krimpen aan den IJssel is onderdeel van de maatregelen om de bereikbaarheid in het Rotterdamse te verbeteren.

Open eind is nog de financiering van dat laatste plan. Daar is 90 miljoen euro voor nodig, terwijl er maar 60 miljoen euro beschikbaar is. De partijen zoeken naar eigen zeggen gezamenlijk naar een oplossing. Zoals al bekend reserveren rijk en regio voor de oeververbinding 480 miljoen euro.

Heel veel concreter is het niet geworden tijdens de vergadering die naar verluidt zes uur duurde. Zo is nog niet bekend of de oeververbinding een brug of een tunnel wordt en wat de exacte locatie in het gekozen gebied wordt. Het Rotterdamse OV-bedrijf RET lobbyt voor een nieuwe metroverbinding op de route en stuurt daarmee aan op een tunnelvariant.

Duurste optie

Ook voor het aanpakken van de knelpunten op de Algeracorridor tussen Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel zijn volgens de partijen verschillende varianten mogelijk, van renovatie tot vervanging. De eerder genoemde 90 miljoen euro zijn de kosten voor de duurste optie.

Maar dat de knoop over de locatie van de oeververbinding is doorgehakt, is een belangrijke stap. Rond de twee opties verzamelden zich grote groepen voor- en tegenstanders. De belangrijkste bezwaren: een brug is een aanslag op de woonwijken waar hij komt te liggen, hij tast het landschap aan, verpest het uitzicht en zorgt voor extra uitstoot. Voorstanders wezen daarentegen op de kansen voor het zakenleven (een oplossing voor de files op de Van Brienenoordbrug en de Algerabrug) en stadsontwikkeling (op Rotterdam-Zuid moet een nieuw stadsdeel verrijzen).

Nieuw treinstation

De gemeente Rotterdam, de provincie, de metropoolregio en het ministerie gaan de maatregelen nu verder uitwerken. Het gaat overigens om meer maatregelen dan de oeververbinding en de Algeracorridor. Ze kijken ook naar onder meer een nieuw treinstation op Rotterdam-Zuid en naar nieuwe OV-verbindingen tussen Zuidplein en Kralingse Zoom en tussen Zuidplein en Rotterdam Centraal.

De partijen in een persverklaring: “Uit onderzoeken blijkt dat dit pakket aan maatregelen voor de regio Rotterdam het meest bijdraagt aan het verbeteren van de bereikbaarheid, de regionale verstedelijkingsopgave, de stedelijke leefkwaliteit en zorgen voor kansen voor mensen.”

Gematigd positief

Met de presentatie van de lijst zetten de partijen een volgende stap in de startfase van de MIRT-verkenning. Zo’n verkenning is een eerste aanzet tot een meerjarenplan voor investeringen in infrastructuur. Ze hebben de maatregelen vastgelegd in de zogenoemde Startbeslissing en Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Die worden na de zomer gepubliceerd. De NRD beschrijft welke oplossingsrichtingen in de MIRT-verkenning verder worden onderzocht. Hierop kunnen zienswijzen worden ingediend.

De gemeente Krimpen aan den IJssel is ‘gematigd positief’ over het besluit. “Dit komt omdat de gemeente blij is met de erkenning dat het knelpunt Algeracorridor moet worden opgelost. Tegelijk is de gemeente ook teleurgesteld dat uiteindelijk niet is besloten om een MIRT-verkenning te starten voor de oeververbinding naar Ridderkerk. Met het gebiedsbod heeft Krimpen aan den IJssel laten zien dat deze Oost-oost verbinding niet alleen een bijdrage levert aan het oplossen van de NMCA-knelpunten maar ook ruimtelijk-economische waarde heeft.”