KiM: MaaS leidt komende jaren nog niet tot forse verschuivingen in mobiliteit
Mobility as a Service (MaaS) leidt binnen enkele jaren nog niet tot forse verschuivingen in de dagelijkse mobiliteit en tot een afname van het bezit en gebruik van een privéauto. Wil MaaS tot een succes worden, dan moet het in ieder geval autonomie en flexibiliteit bieden en moet het betrouwbaar en altijd en overal beschikbaar zijn. Ook moet het toegevoegde waarde bieden. Iemands huidige mobiliteitsgedrag kan ook van invloed op het wel of niet openstaan voor MaaS.
Dat blijkt uit de publicatie Meer zicht op Mobility as a Service van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Hierin staan de belangrijkste inzichten uit de literatuur en verschillende focusgroepgesprekken. Met MaaS wordt bedoeld: het koppelen van onder andere OV, fiets, taxi, huurauto’s, parkeren en opladen via apps. De onderzoekers stellen voor om de definitie van MaaS te beperken tot initiatieven waarbij minimaal sprake is van de integratie van zoeken, boeken en betalen.
Toegevoegde waarde
In principe kan MaaS “voldoende toegevoegde waarde” bieden om bepaalde groepen reizigers aan zich te verbinden, zien de onderzoekers. Het lijkt hen aannemelijk dat jongvolwassenen in de grote stad tot de ‘early adopters’ gaan behoren. Zij zullen de dienst aanvankelijk gebruiken voor incidentele verplaatsingen.
Maar daar is volgens de onderzoekers ook alles mee gezegd. Het is, stellen ze, onwaarschijnlijk dat MaaS binnen enkele jaren leidt tot forse verschuivingen in de dagelijkse mobiliteit en tot een afname van het bezit en gebruik van de eigen auto.
Om MaaS een succes te laten worden, is het een en ander nodig, zo blijkt uit de publicatie. Het moet in ieder geval autonomie en flexibiliteit bieden en moet betrouwbaar en altijd en overal beschikbaar zijn. Dit laatste lijkt de onderzoekers op het platteland geen reëel uitgangspunt.
Vier c’s
MaaS moet ook toegevoegde waarde bieden ten opzichte van de bestaande situatie. Vier toegevoegde waarden lijken hierbij volgens de onderzoekers met name van belang. Zij spreken van de vier c’s: het bieden van kostenvoordelen (costs), meer gemak (convenience), meer keuzevrijheid (choice freedom), en het bieden van maatwerk (customisation).
Tenslotte kan iemands huidige mobiliteitsgedrag op het wel of niet openstaan voor MaaS. Zo maakt nogal uit of mensen al ervaring hebben met het openbaar vervoer. Verder blijken huishoudens zonder eigen auto meer vatbaar voor MaaS. Bovendien blijken persoonskenmerken, zoals de samenstelling van het huishouden of de woonlocatie, van invloed.
