‘We moeten over de eigen provinciegrenzen heen kijken’

Floor Vermeulen

De mobiliteitsopgave voor de provincie Zuid-Holland is fors. Door verstedelijking wordt het in Rotterdam en Den Haag steeds drukker, maar op het platteland spelen juist compleet andere knelpunten. Bovendien is er op logistiek gebied een grote klus te klaren. “In het diverse Zuid-Holland hebben we alles en we hebben dus ook alle bijbehorende problematiek”, stelt de Zuid-Hollandse gedeputeerde Floor Vermeulen van Verkeer en Vervoer.

Die diversiteit van de provincie wordt lang niet altijd herkend, want vaak wordt gedacht dat Zuid-Holland alleen Randstad is. De gedeputeerde wil echter het hele palet bekijken. “Wat zijn de problemen, maar ook: wat zijn de oplossingen”, aldus Vermeulen. “We moeten met zijn allen blijven bewegen en goederen moeten op hun bestemming komen.”

Zuid-Holland heeft door de haven in Rotterdam een enorme hoeveelheid goederenvervoer te verwerken. “We willen allemaal een modal shift, maar tot nog toe neemt het transport over de weg alleen maar toe”, peinst Vermeulen. “Dat is een tegengestelde beweging en daar maak ik me zorgen over.” Om te realiseren dat er minder goederen over de weg worden vervoerd, moet het vervoer over water en over het spoor betrouwbaarder worden gemaakt.

De gedeputeerde gelooft in slimme oplossingen, zowel op het spoor als in de haven. Onder andere speciale laad- en loskaders voor de binnenvaart en een blauwe golf verbeteren de betrouwbaarheid van de binnenvaart. Ook vaste tijden en duidelijke afspraken leiden tot meer efficiëntie, wat weer voordelig is voor deze modal shift. “Je kunt dan de belofte maken aan het achterland dat je goederen werkelijk op een specifieke tijd in de haven zijn. Dit helpt transporteurs om een betere afweging te maken wat de kosten over water en de kosten over de weg zijn.”

Investeringen in spoor

Bovendien zijn extra investeringen van de overheid in rail nodig, zoals in het Derde Spoor of in ERTMS. Daardoor kunnen veel meer goederen per trein worden vervoerd. “Op de Betuwelijn ligt nog veel capaciteit, maar dan moet er wel voor gezorgd worden dat die treinen ook op de Betuwelijn terecht komen”, denkt Vermeulen. “We moeten eerlijk zijn: meer goederentreinen op het spoor betekent ook meer concurrentie met het personenvervoer. Dat is een afweging die je politiek-bestuurlijk moet maken.”

Het gaat hierbij niet louter om investeringen in Zuid-Holland zelf. Zowel op nationaal als op internationaal niveau zijn goede aansluitingen nodig en het is dus van groot belang om over de grenzen te kijken. Een investering in het Derde Spoor in Duitsland is uiteindelijk ook goed voor het goederenvervoer in Zuid-Holland zelf. Hetzelfde geldt voor investeringen in reizigersverbindingen die in andere provincies worden gedaan.

Provinciegrenzen

“Het belang van Zuid-Holland en de bevolking houdt niet op bij provinciegrens”, vertelt de gedeputeerde. “Soms moet je een investering doen of ondersteunen die niet in Zuid-Holland plaatsvindt. Dat is een mind shift, maar we kunnen niet langer een wensenlijstje met alleen maar Zuid-Hollandse projecten indienen. We moeten verder kijken dan onze eigen grenzen en dat gebeurt ook steeds vaker.”

Dit betekent niet dat er binnen de provinciegrenzen geen projecten op de agenda staan. Er wordt al gewerkt aan bijvoorbeeld de A16, de RijnlandRoute en de Hoekse Lijn, maar de provincie wil ook aan de slag met de verschillende knelpunten in de NMCA. Bovendien liggen er grote uitdagingen om de binnensteden bereikbaar te houden, moet de woningbouw slim worden aangepakt en is het de wens om de RandstadRail uit te breiden.

Geen gratis geld

Een behoorlijke lijst waarvoor een flinke duit nodig is. Vermeulen: “Wij moeten in gezamenlijkheid met de Rijksoverheid forse investeringen doen. Daarbij moeten we het budget op een dusdanige manier investeren dat we het ook nog kunnen terugbetalen. Er is namelijk geen gratis geld in Nederland. Linksom of rechtsom moeten we het terugbetalen.”

De wens van de Mobiliteitsalliantie voor één miljard per jaar extra is door het Rijk niet ingewilligd. Hoewel investeringen van het Rijk volgens de gedeputeerde altijd nodig zullen zijn, moet daarom ook gekeken worden naar andere mogelijkheden. “Het is belangrijk om lessen uit het verleden te trekken. Uit ieder huis dat bij de lijn tussen Alphen en Gouda wordt gebouwd, wordt een bijdrage geleverd aan de bouw van stations. Dit is een mooi voorbeeld van bijdragen uit de woningbouw.”

“Het is geen rocket science; de voorbeelden liggen op tafel”, vult Vermeulen aan. “Toch lijken we nu niet in staat om keuzes te maken en de businesscases daarvoor dicht te krijgen. Terwijl we uit het verleden al weten hoe het werkt, of je nu een Hyperloop of een tramlijn probeert te financieren. Het belangrijkste is het maken van keuzes en wij weten als regio heel goed welke projecten we willen.”

Bereikbaarheid

Een belangrijk project is het bereikbaar houden van Rotterdam en Den Haag. De directeuren van RET en HTM en de MRDH uitten al eerder hun zorgen over de drukte hier. Zij pleitten voornamelijk voor extra investeringen in het OV. Dit is inderdaad nodig, maar de gedeputeerde acht het onmogelijk om de auto volledig uit de binnenstad te weren. Bepaalde mensen zijn namelijk afhankelijk van hun auto en ook zijn auto’s bijvoorbeeld nodig voor de distributie van pakketten. “Het is altijd en/en. De auto blijft soms nodig, maar je kunt auto’s in de steden ook niet bovenop elkaar parkeren.”

De verwachting is dat de mobiliteitsmarkt de komende jaren flink gaat veranderen en daarom is het belangrijk dat de provincie ontwikkelingen goed in de gaten blijft houden. Nieuwe ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Vermeulen erkent dat hij drie jaar geleden verwachtte dat het niet zo hard zou gaan met de zero emissie-bussen. Nu is de DAV-concessie net gegund – een concessie waarin dertig elektrische bussen gaan rijden.

Open blik

“Ik denk niet dat we over tien jaar allemaal in een vliegende taxi zitten, maar ze zijn er wel al. De wereld gaat erg snel. Dit soort ontwikkelingen houdt ons er alert op dat de dingen heel rap kunnen veranderen en dat we hier een open blik voor moeten houden. Soms moet je als aanbestedende overheid geld neerleggen en de marktpartijen uitdagen. Dat doen wij dus ook.”

Dit is ook gedaan bij de OV-concessie rondom de Drechtsteden. In overleg met marktpartijen, consumentenorganisaties en gemeenten is bepaald wat er nodig en mogelijk was. Aan de ene kant werd zo enthousiasme gecreëerd bij de mogelijke inschrijvers, aan de andere kant werd ook kennis van de markt benut. Vermeulen: “Dit zie je bij wegprojecten ook – we krijgen daardoor steeds meer concurrentiegerichte dialoog en zo haal je bij iedereen het beste naar boven.”

Rol provincies

De gedeputeerde heeft gemerkt hoe belangrijk het is dat provincies hun rol pakken als regisseur van een proces en het verwachtingspatroon duidelijk maken. “We willen niet meer aanbesteden op laagste prijs, maar op het maximale resultaat. Hoe kan ik voor mijn euro zoveel mogelijk rendement voor de samenleving realiseren? Dat is een andere vraag dan: hoe kan ik zo goedkoop mogelijk aanbesteden? Dat deden we in crisistijd, maar daar heeft niemand iets aan gehad.”

In de concessie DAV worden nu ook stappen gezet in het maatwerk in het openbaar vervoer. Dit is een turbulent thema binnen de OV-markt. Enkele projecten zijn al uitgerold in andere concessies, maar daar hebben we wel gemerkt dat veranderingen in het aanbod niet te snel moeten gaan voor reizigers. Daarom worden de veranderingen in de concessie rondom de Drechtsteden geleidelijk geïntroduceerd.

Flexibel vervoer

In eerste instantie zal dus gewerkt worden met normale lijndiensten, die later flexibeler worden. “De vraag zal op bepaalde plekken groeien en op andere plekken minder groot worden”, legt Vermeulen uit. “We zetten zwaar in waar reizigers zijn, maar willen ook op de plaatsen waar minder vraag is een passend aanbod doen. Qbuzz zal het flexibele concept allereerst naast de normale lijndienst aanbieden. Vervolgens wordt gekeken of ze het bestaande concept kunnen verminderen op basis van de vervoersvraag en de reizigers kunnen verleiden om gebruik te maken van het flexibele concept. Daardoor kunnen mensen wennen.”

Het werkt volgens de politicus niet om de wijzigingen abrupt door te voeren. Die kennis zal ook worden meegenomen als in Zuid-Holland Noord gepoogd wordt om het wmo-vervoer en het OV met elkaar te integreren. “Dit doen we niet als bezuiniging, maar om het hele vervoer beter te organiseren. Daarbij kunnen we mensen niet confronteren met een stap van A naar Z in één keer. Dat moet op een zorgvuldige manier. En ook hier geldt: we kunnen het geld maar 1 keer uitgeven, dus dat willen we zo slim mogelijk doen.”

Reizigers

In de ogen van Vermeulen zal het reizigersvervoer uiteindelijk zodanig veranderen dat reizigers niet langer willen reizen met één specifieke modaliteit. Zelfs nu gebruiken reizigers vaak al meerdere modaliteiten, al gebeurt dit vaak onbewust. Daarom moeten zij goed gewezen worden op alle opties om een reis af te leggen. “Wij willen dat mensen de keuze maken om hun auto te stallen op station Bleizo, zodat ze niet in de file staan. Dat soort keuzes moet je bieden – dat wordt de uitdaging van de mobiliteitsaanbieders.”

De grote toekomstvraag is nu nu of de huidige OV-bedrijven de rol van mobiliteitsaanbieder gaan vervullen of dat Uberachtige diensten in dit gat springen. Vervoerders functioneren dan als leveranciers van de voertuigen en chauffeurs. “Dat vind ik heel spannend. Maar de overheid moet wel meekijken en zijn rol als marktmeester goed oppakken. Je wilt niet dat straks een soort AirBnB het hele systeem overhoop haalt. Je ziet nu dat het niet altijd positief uitpakt. Daarom moeten we regelgeving opstellen en duidelijkheid creëren aan de voorkant.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.