Milieuzone Rotterdam wordt weer volledig van kracht

De Milieuzone Rotterdam moet weer volledig van kracht worden. Dat bepaalde de Raad van State woensdag in een uitspraak. De gemeente Rotterdam mag dus weer benzineauto’s van voor 1 juli 1992 weren uit het centrum van de stad, naast dieselauto’s van voor 2001 die al geweerd worden. Het college van burgemeester en wethouders moet nu bepalen vanaf welke datum de milieuzone feitelijk ingevoerd en gehandhaafd wordt.

De gemeente Rotterdam kondigde in 2015 aan dat dieselauto’s van voor 2001 en benzineauto’s van voor juli 1992 vanaf met ingang van 2016 niet meer welkom zijn in de milieuzone. Een groot aantal eigenaren van oudere benzineauto’s ging bij de rechtbank Rotterdam in beroep tegen het instellen. De rechter draaide in juni 2017 het verbod op oude benzineauto’s terug. Het oordeel luidde dat de voordelen van het weren van deze auto’s uit het centrum niet in verhouding staan tot de economische belangen van de eigenaren van die auto’s. Het verbod op oude dieselauto’s liet de rechtbank wel in stand. Rotterdam ging daarna in hoger beroep tegen de uitspraak.

Het gemeentebestuur besloot een paar maanden later met aangepaste onderbouwing opnieuw om benzineauto’s van voor 1 juli 1992 uit de milieuzone te weren, maar de Raad van State floot het bestuur terug. Een besluit met dezelfde strekking nemen is onjuist, luidde de voorlopige uitspraak. De uitspraak deze woensdag is definitief.

Eigen inzicht

Naar het oordeel van de afdeling bestuursrechtspraak heeft het gemeentebestuur ‘beleidsruimte’ bij het afwegen van de belangen vóór en tegen de milieuzone. En is het aan de bestuursrechter om te beoordelen of de nadelige gevolgen voor betrokkenen niet onevenredig zijn in verhouding tot het doel ervan. Maar, de Raad van State stelt ook: een bestuursrechter mag niet naar eigen inzicht de waarde of het maatschappelijk gewicht vaststellen dat het gemeentebestuur aan die belangen toekent. Die bevoegdheid heeft de bestuursrechter namelijk niet.

De Raad van State oordeelt dat het gemeentebestuur de belangenafweging goed heeft gemaakt. En dat “de nadelige gevolgen van de milieuzone niet onevenredig zijn in verhouding met de daarmee te dienen doelen”. Daarmee komt zij tot een ander oordeel dan de rechtbank. Dat de milieueffecten van het weren van de oudste, meest vervuilende benzineauto’s uit het centrum mogelijk niet “in absolute termen significant groot” zijn, doet er niet toe. Voldoende is dat deze maatregel deel uitmaakt van een groter pakket aan maatregelen die de luchtkwaliteit in Rotterdam moeten verbeteren.

Sloopregeling

Bovendien past het in het streven van de gemeente om een zo groot mogelijk effect op de luchtkwaliteit te bereiken met een zo beperkt mogelijk verbod op auto’s, aldus de hoogste algemene bestuursrechter. Daarbij is belangrijk dat het gemeentebestuur met maatregelen, zoals een sloopregeling en ontheffingsmogelijkheden, rekening heeft gehouden met de nadelige gevolgen van de milieuzone voor autobezitters.

Het gevolg van de uitspraak is dat het gehele verkeersbesluit opnieuw van kracht is geworden, dus inclusief het verbod voor benzineauto’s van vóór 1 juli 1992 om de milieuzone in te rijden. Het gemeentebestuur zal nu bekend moeten maken per wanneer de eigenaren van oude benzineauto’s zich hieraan weer moeten houden.