Weg en spoor krijgen flinke investering

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) gaat fors investeren in wegen en spoorwegen om de groei van het verkeer op te vangen. Er gaat onder andere ruim 700 miljoen euro extra naar de aanpak van huidige en toekomstige knelpunten, zoals de A2 tussen Deil en Den Bosch en de A1 bij Barneveld. Ook stopt het ministerie 150 miljoen euro in extra ‘parkeerplekken’ voor treinen.

Dit is mogelijk omdat de nieuwe regeringspartijen extra geld beschikbaar stellen. In het regeerakkoord schreven VVD, CDA, D66 en ChristenUnie dat er 2 miljard euro beschikbaar komt in de eerstkomende drie jaar. En daarna 100 miljoen euro extra op jaarbasis. De afspraken werden gemaakt tijdens overleggen in het kader van het Meerjarenprogramma Investering Ruimte en Transport (MIRT). Maandag sprak de Tweede Kamer verder over investeringen in infrastructuur.

Grote nieuwe wegverbindingen

Tot 2030 komt er in Nederland in totaal 1000 km aan rijstroken bij. Rijkswaterstaat werkt momenteel aan de verbreding van wegen tussen Schiphol, Amsterdam en Almere. De komende jaren starten de werkzaamheden voor grote nieuwe wegverbindingen die de druk van het wegennet moeten gaan afhalen, zoals de aanleg van de nieuwe snelweg A16, de verlengde A15 in Gelderland en de verbreding van de A27 bij Utrecht.

Het ministerie maakt ook extra geld vrij voor nieuwe projecten, zogezegd om de groei van het verkeer ook op korte termijn in goede banen te leiden. Naast de aanpak van knelpunten op de A2 tussen Deil en Den Bosch en de A1 bij Barneveld, gaat het om de A58 tussen Tilburg en Breda en de A15 tussen Papendrecht en Gorinchem. De regio’s dragen zelf ook bij aan deze projecten.

Concrete afspraken

Volgend voorjaar willen de minister en staatssecretaris met de regio’s Rotterdam/DenHaag en Amsterdam concrete afspraken maken voor de verbetering van de bereikbaarheid daar. Voor de verbetering van de doorstroming van de Rijkswegen is per regio al 200 miljoen euro apart gezet. Voor de regio Utrecht komt er ook een programma, waarin bij nieuwe maatregelen de nadruk zal liggen op het openbaar vervoer.

IenW trekt 100 miljoen euro extra uit voor maatregelen om op korte termijn de files op hele drukke wegen te verminderen. Een onderdeel hiervan is onder andere dat Rijkswaterstaat spitsstroken eerder open zet. En dat Rijkswaterstaat de weg sneller vrij maakt na een ongeluk.

Tekst loopt verder onder de foto.

Voor verdere verbetering van de verkeersveiligheid op N-wegen trekt de minister 50 miljoen euro extra uit. Specifieke aandacht hebben de N59 op Goeree Overflakkee en de N35 bij Raalte.

Opstelplekken

Het ministerie investeert ook flink in het spoor. Zo gaat er 150 miljoen euro naar opstelplekken voor treinen. Daarvan zou nu een tekort dreigen. Dit omdat er steeds meer en steeds langere treinen rijden. Deze terreinen zijn niet alleen nodig voor het parkeren en stand-by hebben staan van treinen, maar ook voor het schoonmaken en uitvoeren van klein onderhoud.

IenW en de regio investeren verder 20 miljoen euro in de bereikbaarheid per spoor van Eindhoven. Hiermee wordt onder meer de directe spoorverbinding Eindhoven – Düsseldorf mogelijk. Met het geld worden de sporen bij station Eindhoven aangepast. Daarnaast wordt het ingezet op een betere bereikbaarheid van Eindhoven Airport en een fietsenstalling die ruimte biedt aan 4000 extra fietsen.

Drukke stuk spoor

Het spoor tussen Delft en Rotterdam wordt ook aangepakt. Het ministerie en de regio werken de plannen daarvoor verder uit. Hiermee is 40 miljoen euro gemoeid. De investering moet de betrouwbaarheid van de dienstregeling op dit zeer drukke stuk spoor vergroten en zorgen dat Station Schiedam Centrum goed aangesloten blijft op het hoofdspoor en het regionale openbaar vervoer.

Voor innovaties op het spoor is ook 25 miljoen euro gereserveerd. Dit moet helpen het spoorvervoer verder te verduurzamen en toekomstbestendig te maken. Het ministerie draagt bij aan een proef met een waterstoftrein in Noord-Nederland. Ook wordt ervaring opgedaan met een eventuele omschakeling op het spoor naar een hogere spanning op de bovenleidingen. Hierdoor kunnen treinen sneller optrekken, waardoor het spoor intensiever benut kan worden.

In dunnerbevolkte gebieden experimenteert IenW komende jaren met nieuwe, vraaggestuurde openbaar vervoersdiensten (Mobility as a Service). De provincie Zeeland heeft al aangegeven in hun grensregio mee te willen doen aan deze testen.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.