Alleen met hoge parkeertarieven krijg je de automobilist de trein in
Door het ov te verbeteren lok je maar een beperkt deel van de automobilisten de trein of de bus in. Wat wel helpt is als je het de automobilist lastig maakt. Hoge parkeertarieven en zoeken naar een parkeerplaats zijn eerder redenen om de auto te laten staan.
Dit is een uitkomst van een verkenning die het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft laten uitvoeren naar de uitwisseling tussen auto en ov-reizigers.
Er is een groot verschil in gebruiksvolume tussen auto en ov. De auto is goed voor 49% van alle personenverplaatsingen en 74% van alle personen kilometers terwijl deze percentages bij het ov 5% respectievelijk 13% zijn. Voor de wisselwerking tussen auto en ov betekent dit dat het ov met ongeveer 5,5% moet groeien om 1% van de autogebruikers op te kunnen nemen.
Maar het blijkt dat bij een verbetering van het ov maar een klein deel van de nieuwe ov-gebruikers voormalig automobilist is.
Auto- en ov-reizen zijn voor een belangrijk deel twee gescheiden mobiliteitsmarkten, zo constateert KiM. En in het algemeen is de wisselwerking tussen auto en ov op nationale schaal bescheiden.
In specifieke situaties en voor een specifieke groep reizigers kan dat anders liggen. Dat speelt bijvoorbeeld in steden met goed ov, bij het bieden van meer/ minder concurrerende alternatieven voor keuzereizigers en een hoge parkeerdruk en/of hoge parkeertarieven. (Een minuut zoeken naar een parkeerplaats wordt door de autogebruiker ervaren als 2,4 keer zo lang als een minuut rijden.)
Ook substantiële veranderingen in de reistijdverhouding auto-ov waarbij die lager wordt dan 1,5 kan aanleiding vormen tot een nadere verkenning van de effecten. Tenslotte is werken op loopafstand van een station voor de automobilist een belangrijk argument om de trein te pakken.
Parallel aan deze verkenning, keek KiM ook naar studies met betrekking tot de gevoeligheden van ov-reizigers voor reistijd en daaraan gerelateerde kwaliteitsaspecten. Reizigers met het openbaar vervoer blijken over het algemeen sterk op veranderingen in reistijd te reageren. Als de reistijd van deur-tot-deur met 10 procent afneemt, neemt het aantal ov-verplaatsingen met 6 tot 9 procent en het aantal afgelegde kilometers met 10 tot 16 procent toe.
