Toeritdosering A10 zorgt voor meer files in de stad
De koppeling van bestaande verkeerslichten en toeritdoseringen op de A10-West en de Amsterdamse S-wegen hebben gezorgd voor minder files op de A10, maar meer files in de stad. Per saldo is het rendement in voertuigverliesuren negatief.
Dat blijkt uit de evaluatie van de Praktijkproef Amsterdam.
In en om Amsterdam wordt door Rijkswaterstaat, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de gemeente Amsterdam, de Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, universiteiten en private partijen samengewerkt om de infrastructuur in de regio beter te benutten. In dat kader is voorjaar 2014 een grootschalige proef met gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement uitgevoerd.
Dat is bewerkstelligd door bestaande verkeerslichten en toeritdoseringen op de A10-West en de aanliggende Amsterdamse S-wegen en aansluitingen aan elkaar te koppelen en in samenhang te laten werken.
De resultaten van de evaluatie laten zien dat dit tijdens de proef heeft gezorgd voor een positief effect op het hoofdwegennet en een negatief effect op het stedelijk wegennet. In voertuigverliesuren voor een gemiddelde avondspits uitgedrukt betekent dit een afname van 190 voertuigverliesuren (- 15%) op het hoofdwegennet en een toename van 250 voertuigverliesuren (+ 30%) op het stedelijk wegennet.
Op de A10 West nam de reisduur met ca. 35 seconden af naar circa 8 minuten. Op de S101 in de stad nam de reisduur toe met ca. 25 seconden naar 2 minuten.
Vooraf was een reductie van het aantal voertuigverliesuren in het proefgebied verwacht van 30 procent.
De reden dat dit niet is gehaald ligt volgens de evaluatie aan het feit dat het regelconcept niet in alle situaties optimaal ingeregeld was.
De onderzoekers noemen de proef wel geslaagd omdat het systeem technisch stabiel heeft geopereerd en de diverse systemen, softwaremodules en koppelvlakken goed op elkaar konden worden aangesloten.
