Rotterdam kiest vaker voor de fiets, maar laat de auto niet staan

rotterdamTwee van de drie Rotterdamse huishoudens beschikt over een auto. Ruim drie kwart van de Rotterdammers heeft een fiets. De helft van de Rotterdammers heeft zowel een auto als een fiets, zo blijkt uit de Omnibusenquête 2014 van de stad.

Van de Rotterdammers heeft 14% geen fiets en geen auto. Dat laatste komt bij vrouwen veel vaker voor dan bij mannen, en vooral vaak bij ouderen en bij niet-westerse allochtonen. Ook hangt zulke zogeheten “vervoersarmoede” sterk samen met het inkomen. Het percentage lijkt op termijn heel langzaam iets af te nemen.

Van de Rotterdammers met betaald werk gaat de helft (45% als bestuurder en 1% als passagier) met de auto, een derde met de fiets en een kwart met het openbaar vervoer.

31% van de spitsreizigers overweegt wel eens op een andere manier te reizen tijdens de spits: 13% overweegt wel eens om een ander vervoermiddel te gebruiken, 12% overweegt wel eens om vóór of ná de spits te reizen, 5% overweegt wel eens een andere route en eveneens 5% overweegt wel eens om thuis te blijven.

De enquête signaleert verder enkele grootstedelijke trends, die soms afwijken van de landelijke trends.

Bijvoorbeeld dat het fietsbezit op de lange termijn heel licht lijkt te stijgen, maar het bezit van elektrische fietsen stagneert. Ook het bezit van een rijbewijs en de beschikbaarheid van een auto vertoont een licht stijgende tendens. Wat opvalt is de “inhaalslag” van vrouwen en van 65-plussers.

Ook het percentage autogebruikers lijkt de laatste jaren licht te stijgen. Het aantal openbaarvervoergebruikers is de afgelopen zeven jaar flink toegenomen (vooral door het incidentele gebruik!), en ook het aantal fietsgebruikers neemt op de lange termijn gezien toe.

Steeds meer Rotterdammers (inmiddels bijna één op de drie) geven aan, al zo veel mogelijk op de fiets te doen: zij vinden kennelijk dat er bij hen geen frequenter fietsgebruik meer te stimuleren valt. De anderen gaven als reden om niet vaker de fiets te gebruiken vooral het weer en de afstand. Van de niet-westerse allochtonen geeft 15% als reden niet te kunnen fietsen. Intensieve autogebruikers noemen relatief vaker dat de afstanden te groot zijn en dat fietsen niet snel genoeg gaat.

Op de lange termijn gezien is de toename van het aantal gebruikers van het openbaar vervoer en de fiets niet ten koste gegaan van het autogebruik. In die zin is de Rotterdammer er langzaamaan steeds mobieler op geworden.

De bekendheid van ‘P+R’ is voor het eerst in jaren toegenomen, en ook het gebruik neemt op de langere termijn gezien langzaam toe.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.