‘Spitsmijdenprojecten kunnen effectiever’

fileDe projecten Spitsmijden lijken weinig grip te krijgen op de ‘hardcore’ spitsrijders. Dat komt omdat men te weinig rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de forenzen.

Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het advies ‘Doen en laten, effectiever milieubeleid door mensenkennis’.

Het kabinet kan zijn milieudoelstellingen op een effectievere manier bereiken door meer rekening te houden met hoe mensen zich gedragen. Door bij de ontwikkeling van het milieubeleid beter gebruik te maken van de beschikbare kennis over gedrag en de motieven die tot dat gedrag leiden, wordt milieubeleid beter, aldus de Raad het rapport.

Aan de proeven voor spitsmijden nemen bijvoorbeeld vooral mensen deel die al aan de randen van de spits rijden. Ze hoeven hun reisgedrag slechts beperkt aan te passen om te voldoen aan de criteria voor spitsmijden. Mensen die midden in de spits rijden doen minder vaak mee.

Deze groep heeft er vooral baat bij als eerst de omstandigheden waardoor zij midden in de spits rijden, ?exibeler kunnen worden gemaakt. Deels gaat het hierbij om het doorbreken van percepties, aannames en gewoontes (van werktijden, bijvoorbeeld), maar voor veel mensen gaat het ook daadwerkelijk om feitelijke omstandigheden die hun reisgedrag veroorzaken: tijden voor school en kinderopvang, afstemming op werktijden van de partner, de eigen werktijden, enzovoort.

Door gesprekken met gezinnen, scholen en werkgevers, bijvoorbeeld vanuit bestaande samenwerkingsverbanden rond spitsmijden kan onderzocht worden onder welke omstandigheden er welke mogelijkheden zijn om de spits toch te mijden of om bijvoorbeeld de spits lokaal te spreiden.

Verder stelt de Raad dat de deelnemers bij projecten voor spitsmijden moeten worden uitgenodigd met een duidelijk positief verhaal. Het mijden van de spits wordt nu negatief geformuleerd, terwijl er zoveel wordt gewonnen (tijd, voorspelbaarheid, comfort, bereikbaarheid, geld). ‘Verleid mensen tot een training in het winnen van tijd, voorspelbaarheid, comfort, bereikbaarheid en geld; de meeste mensen willen daar goed in zijn en zijn daar dus relatief gemakkelijk voor te interesseren.’

Ook vindt de Raad dat belonen niet altijd de oplossing is. ‘In een van de maatregelen die werden uitgeprobeerd, kregen mensen die de spits mijden als beloning een klein bedrag. Een beter resultaat werd echter bereikt met een andere maatregel. Aan mensen is gevraagd om een plan vast te leggen hoe ze de spits gaan mijden, bijvoorbeeld: op maandag werk ik thuis, op dinsdag ga ik met de fiets naar het werk en op donderdag reis ik met het openbaar vervoer. Bovendien maakten die mensen het voorgenomen gedrag publiekelijk bekend. Deze mensen meden vaker de spits.’

Het rapport van de Raad biedt beleidsmakers een hulpmiddel waarmee zij een analyse kunnen maken van het gedrag van mensen: De GedragsToets. ‘Het toepassen van De GedragsToets levert inzicht in de relevante gedragskenmerken zoals de kennis en vaardigheden die iemand heeft, zijn motieven of persoonlijke omstandigheden. Met de inzichten die de GedragsToets biedt kunnen beleidsmakers op creatieve wijze tot een keuze van beleidsinstrumenten komen. De toets geeft inspiratie om gedragskenmerken te vertalen naar effectief beleid.’

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.