Gelderland kijkt naar Natuurlijk Sturen om verkeersgedrag te beïnvloeden

Een open plek in de bosrand creëren om automobilisten attent te maken op een fietsoversteek. Of de fietsoversteek uitvoeren in materialen die uit de omgeving afkomstig zijn en dus een relatie leggen met het omliggende landschap. Dat zijn twee van de voorstellen die ter tafel liggen om het gedrag van automobilisten in Gelderland op natuurlijke wijze te beïnvloeden.
‘Natuurlijk sturen’ probeert met behulp van gebiedseigen kenmerken het gedrag van verkeersdeelnemers positief te veranderen. Het verkeersconcept leidde al tot een enkele experimenten in Limburg en nu dus ook in Gelderland. Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland studeert op plannen om het concept in de praktijk uit te gaan proberen. Bijvoorbeeld op de N795, een weg die wordt gekenmerkt door een dichte bebossing en dicht bladerdek; hier en daar is het bladerdek open en valt licht op het wegdek. Daarnaast zijn er wat men noemt ‘rafelrandjes’ waar uitritten of fietspaden de rijbaan kruisen. Dit geeft voor de automobilist een onrustig beeld en onduidelijkheid waar uitritten en oversteken zijn. Het idee is om de ‘rafelrandjes’ herkenbaar te maken. Daarvoor zijn zogenaamde ‘spotlights’ gedacht: open plekken in het bladerdek waar het licht op het wegdek valt. Door nu ‘rafelrandjes’ en ‘spotlights’ bij elkaar te brengen worden de uitritten/fietsoversteken als het ware verlicht.
De aanwezigheid van kruisingen van fietspaden en uitritten kan ook herkenbaar worden gemaakt door deze plaatsen op een andere manier in te richten. Daarvoor zijn materialen toegepast die uit het Veluwegebied afkomstig zijn en dus een relatie leggen met het omliggende landschap. Voor de inleiding tot de kruisingen kan de gebruikelijke markering over bijvoorbeeld een lengte van 100m worden vervangen door gebiedsspecifieke materialen.

N281

Ondertussen zijn in Limburg twee projecten door de SWOV geëvalueerd. Die is er nog niet onverdeeld enthousiast over. Het gaat om de N281 en de Dorpsstraat in Slenaken. De eerste weg is een vrij rechte weg heuvelaf. Met schuin aflopende hagen langs de weg en bomen bij een voorrangskruising moesten de hoge snelheden getemperd worden. In Slenaken moest de snelheid door het dorp worden  gereduceerd met behulp van rode geasfalteerde fietsstroken en strategisch geplaatste klinkerbestrating bij binnenkomst.
De SWOV constateert dat de periode van de nasituatie te kort was en de omvang van de twee gebieden te klein om na te gaan of de maatregelen een effect op ongevallen hadden. Verder zijn er geen aanwijzingen gevonden dat de aangebrachte maatregelen veel bijdragen aan snelheidsreductie. Wel hebben de rode vlakken even buiten Slenaken invloed te hebben op de aandacht van weggebruikers.
Niet uitgesloten is echter dat de maatregelen averechts werken. De verkeerskundige analyse duidt op het ongewenste neveneffect van de bomen en hagen langs de N281 die naar verwachting fietsers langs de weg en verkeer uit de zijwegen minder goed zichtbaar maken. In Slenaken is mogelijk nog steeds onvoldoende duidelijk wanneer men binnen of buiten de bebouwde kom rijdt. Het wegbeeld wijzigt namelijk niet, concludeert de SWOV die meer in het algemeen stelt dat natuurlijke materialen meer op gaan in het landschap en daardoor minder specifiek de aandacht trekken of als signaal fungeren om de aandacht op iets specifieks in het verkeer te richten.

Slenaken

Uit dit onderzoek is onvoldoende bewijs gevonden om aan te bevelen is de maatregelen zoals aangebracht op de N281 ook op andere gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom te implementeren, aldus de SWOV verder. ‘De maatregelen bij Slenaken kunnen met een aantal aanpassingen en aanvullingen wel worden uitgerold op vergelijkbare wegen. Voorwaarde hierbij is dat dit geschiedt vanuit een goede verkeerskundige analyse.’

 

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.