Mobiliteitsbudget vaker aangeboden aan jongere werknemers

Werknemers tot en met 35 jaar krijgen veel vaker een mobiliteitsbudget aangeboden dan de groep van 56 jaar en ouder. Dat blijkt uit onderzoek van de Vereniging Zakelijke Rijders (VZR), de belangenbehartiger voor mensen met een auto van de zaak.

De leeftijdsgroep waarbij vaker (26 procent) een mobiliteitsbudget wordt aangeboden is die van werknemers tot en met 35 jaar. Bij de zakelijke rijder van 56 jaar of ouder wordt nog maar aan 18 procent zo’n potje aangeboden. 70 procent van de werknemers vindt de overheid de belangrijkste partij om het initiatief te nemen voor dit soort nieuwe mobiliteitsoplossingen.

Bij een mobiliteitsbudget bepalen werknemers zelf hun zakelijke mobiliteit. Ze kunnen dan kiezen of ze hun zakelijke kilometers met het OV, de privéauto, fiets of bijvoorbeeld taxi afleggen. Het eventueel overgebleven budget kan als bruto salaris uitgekeerd worden.

Flexibiliteit

Voor de verklaring wijst de VZR naar andere onderzoeken. Daaruit zou blijken dat een mobiliteitsbudget het meest wordt aangeboden aan werknemers die in de stad wonen en werken en makkelijk bij het OV kunnen komen. Dit profiel past bij jongere werknemers. Bovendien staan zij eerder open voor de flexibiliteit van nieuwe mobiliteit.

“We verwachten dat de aankomende jaren de interesse voor een mobiliteitsbudget ten positieve zal veranderen bij iedere leeftijdsgroep”, zegt Jan van Delft, voorzitter van de VZR, in een verklaring. “Het aantal aangeboden mobiliteitsbudgetten door werkgevers groeit en anderzijds zijn ook werknemers steeds vaker geïnteresseerd in flexibele mobiliteit.”