‘Gemeenten passen regels leerlingenvervoer te strikt toe’
Verschillende gemeenten passen de regels omtrent leerlingenvervoer te streng toe. Dat stelt Karin Smits van Wolters Kluwer Schulinck. De juridische dienstverlener constateert dat gemeenten vooral streng zijn bij het toekennen van leerlingenvervoer.
“Dit is niet in het belang van de jeugdige”, zegt Smits daarover. “Het leerlingenvervoer gaat in principe om vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Maar als een jeugdige niet meer thuis kan wonen en bijvoorbeeld naar een instelling gaat, is het vaak niet in zijn belang om ook nog van school te wisselen. Dat kan gevolgen hebben voor de geestelijke toestand.”
Toch ziet Smits dat de gemeenten vaak weigeren leerlingenvervoer toe te kennen. Bijvoorbeeld omdat er een passende school in de buurt van de instelling ligt. “De regel wordt dan erg strikt toegepast, zonder naar de situatie van de jeugdige te kijken. Gemeenten kijken nu te veel naar wat de dichtstbijzijnde school is.”
Onderzoek
Als het aan Karin Smits ligt, moet het belang van de leerling voorop worden gesteld. Daarvoor moet onder meer gekeken worden naar de toegankelijkheid en of de school past bij de lichamelijke en geestelijke toestand van het kind.
De Haagse jeugdombudsman Yvette Nass is dat met Smits eens. Volgens Nass zijn er signalen dat ambtenaren regels te streng uitleggen, zonder te kijken naar het belang van kinderen. Daarom start de jeugdombudsman een onderzoek naar de manier waarop de gemeente Den Haag omgaat met aanvragen van ouders voor leerlingenvervoer.
Een goede zaak, stelt Smits. “Hopelijk krijgt dit punt de nodige aandacht. Het is goed gemeenten erop te wijzen welke ruimte zij hebben bij het toekennen van leerlingenvervoer. Het strikt toepassen van de regels, zonder daarbij naar het belang van de jeugdige te kijken, mag nooit de reden zijn dat een jeugdige van school moet wisselen.
Lees ook: