Uber beboet voor te laat melden van datalek

Uber krijgt van de Autoriteit Persoonsgegevens een boete van 600.000 euro voor het te laat melden van een datalek in 2016. Daardoor werden wereldwijd 57 miljoen gebruikers van de taxidienst getroffen.

In 2016 vond bij Uber een datalek plaats waarbij onbevoegden toegang tot persoonsgegevens van klanten en chauffeurs kregen. Het Uber-concern krijgt de boete omdat zij de Autoriteit Persoonsgevens en betrokkenen niet binnen 72 uur na het ontdekken van het lek heeft geïnformeerd.

De meldplicht datalekken schrijft voor dat dit wel binnen die termijn gebeurt. Uber kwam er echter pas ruim een jaar later mee naar buiten: het bedrijf had de hackers 100.000 dollar betaald om de zaak uit de openbaarheid te houden, meldt de Telegraaf.

Namen en telefoonnummers

Wereldwijd werden ruim 57 miljoen Uber-gebruikers getroffen door dit datalek, onder wie ongeveer 174.000 Nederlanders. Het ging om persoonsgegevens zoals namen, e-mailadressen en telefoonnummers van klanten en chauffeurs. De boete is opgelegd aan Uber BV en Uber Technologies Inc. Ook in Groot-Brittannië en de VS kreeg het bedrijf boetes opgelegd vanwege deze kwestie.

Beveiliging van systemen

Uber reageert als volgt op de beslissing van de Autoriteit Persoonsgevens: “We zijn blij dat we het hoofdstuk van het data incident uit 2016 kunnen afsluiten. Zoals met diverse Europese autoriteiten gedeeld tijdens hun onderzoeken, hebben we zowel direct na het incident als in de jaren hierop volgend technische verbeteringen doorgevoerd ten behoeve van de beveiliging van onze systemen.”

“Ook hebben er significante veranderingen plaatsgevonden in Uber’s leiderschap om ervoor te zorgen dat transparantie voor zowel gebruikers als wet- en regelgevers voorop blijft staan. Zo hebben we eerder dit jaar onze eerste Chief Privacy Officer, Data Protection Officer en een nieuwe Chief Trust en Security Officer aangetrokken. We leren van onze fouten en werken dagelijks hard aan onze belofte om het vertrouwen van onze gebruikers terug te winnen,” aldus een woordvoerder.