Brookhuis verliest zaak over compensatie voor lager ritaantal
Zeven Twentse gemeenten hoeven taxibedrijf Brookhuis niet financieel te compenseren. De vervoerder wilde tegemoetkoming, omdat het werkelijke aantal Regiotaxi-ritten fors lager is dan werd voorgespiegeld in de aanbestedingsprocedure. In een kort geding dat Brookhuis had aangespannen tegen de gemeenten, bepaalde de rechter dat compensatie niet noodzakelijk is.
Brookhuis Taxivervoer tekende begin 2015 een overeenkomst voor het vervoer van de Regiotaxi Twente met de gemeenten Enschede, Hellendoorn, Almelo, Hengelo, Haaksbergen, Hof van Twente en Oldenzaal. Die overeenkomst met een jaarlijkse waarde van zo’n vijf miljoen euro duurt zeventien maanden, maar blijkt verliesgevend. Het aantal ritten valt zo’n dertig procent lager uit dan verwacht.
Afspraak
Volgens operationeel directeur Hans Landman was er een afspraak tussen Brookhuis en de gemeenten over compensatie bij een tegenvallend aantal ritten. Nu de werkelijke ritaantallen tegenvallen, vraagt de vervoerder om tegemoetkoming.
De gemeenten gingen daar echter niet in mee. De lokale overheden stellen dat de afspraak alleen geldt als de daling van het aantal ritten veroorzaakt zou zijn door een beleidswijziging. Dit is echter niet het geval, waardoor de gemeenten zich ook niet genoodzaakt zien om een compensatieregeling te treffen.
Rechter
Dat besluit was reden voor Brookhuis om naar de rechter te stappen. Deze droeg enkele weken geleden beide partijen op om gezamenlijk te zoeken naar een oplossing. Volgens Brookhuis heeft het bedrijf talloze voorstellen gedaan richting de gemeenten. Deze voorstellen hebben echter niet tot een overeenkomst geleid, waardoor de rechtbank alsnog genoodzaakt was een uitspraak te doen. Die viel dus nadelig uit voor het vervoersbedrijf.
De rechter licht toe: ā€¯in de aanbesteding stond duidelijk vermeld dat de genoemde rittenaantallen slechts een indicatie waren en dat daaraan geen rechten konden worden ontleend. Ook hebben de gemeenten geen minimum aantal ritten gegarandeerd en komt de daling niet door een beleidswijziging van de gemeenten.ā€¯
ā€¯Van een professionele partij als Brookhuis mag verwacht worden dat zij zelf rekening houdt met de mogelijkheid van een daling van het aantal ritten. Als het bedrijf door de daling in de financiĆ«le problemen komt, zoals op de zitting gesteld, dan valt dat onder het normale ondernemersrisico.ā€¯
Reactie Brookhuis
De directie van de vervoerder zet kritische kanttekeningen bij de uitspraak. ā€¯Bij deze aanbesteding moesten de inschrijfprijzen worden gebaseerd op de ritaantallen van 2013. De gemeenten hebben geen signaal afgegeven dat het aantal ritten in 2014 en 2015 flink zou afnemen.ā€¯
ā€¯Uiteraard heeft Brookhuis rekening te houden met een ondernemersrisico. Echter een volumedaling van meer dan dertig procent valt volgens ons niet meer onder het risico van de ondernemer alleen. Zeker niet als deze volumedaling niet door Brookhuis veroorzaakt wordt, we hierop geen enkele invloed hebben gehad en hiervan bovendien, anders dan de gemeenten, geen kennis hadden.ā€¯
Hoewel de vervoerder verlies lijdt op de aanbesteding, is de continuĆÆteit van het bedrijf niet in gevaar. Of Brookhuis in hoger beroep gaat, is nog niet duidelijk. “We beraden ons op eventuele vervolgstappen”, aldus Landman.
Tom van Gurp
Lees ook:
Onbegrijpelijke uitspraak, redelijkheid en billijkheid geldt niet bij een overeenkomst die voortvloeit uit een aanbesteding?
De aanbestedende dienst kan dus met een simpel zinnetje “er kunnen geen rechten aan ontleend worden” elke verantwoordelijkheid ontlopen. Zo wordt elk contract met de overheid een tombola.
Het is altijd bij dit soort bedrijven dat men lezen wil wat er niet staat en niet lezen wil dat er wel staat. En wie is straks de lul en mag salaris inleveren? Juist! de chauffeur…