‘Weinig aandacht voor regionale lijnen in Spooragenda’

Station Amsterdam Centraal, spoor, rails

De ChristenUnie wil dat in de Lange Termijn Spooragenda van het kabinet meer aandacht komt voor de bereikbaarheid van Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. “Beloftes over snellere treinen tot 200 kilometer per uur lijken op de lange baan te worden geschoven en voor regionale wensen voor extra stations en nieuwe spoorlijnen is geen geld. De staatssecretaris wil meer treinen in de Randstad. Prima, maar in de regio verandert er de komende 15 jaar haast niets”, zo stelde Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber dinsdag tijdens een debat in de Tweede Kamer over de Lange Termijn Spooragenda.

De ChristenUnie drong tijdens aan op een betere integratie van het hoofdrailnet van NS en de regionale spoorverbindingen. Dik-Faber: “NS en regionale vervoerders moeten stoppen met hun onderlinge getouwtrek wie waar mag rijden. Ze moeten beiden inschikken. Reizigers willen meer rechtstreekse verbindingen. Daarom moeten regionale treinen verder door kunnen rijden op het hoofdrailnet bijvoorbeeld een regionale trein van Roermond naar Weert en van Gorinchem naar Rotterdam. Daarnaast moeten intercity’s van NS ook kunnen doorrijden op regionale spoorlijnen. Bijvoorbeeld van Maastricht naar Nijmegen en van Lelystad naar Enschede.”

Hogere frequentie

De ChristenUnie wil dat er ook buiten de Randstad meer treinen gaan rijden. “Er zijn ook in de regio nog veel volle treinen. Er had bijvoorbeeld al lang elk kwartier een intercity moeten zijn tussen Utrecht en Zwolle en elk kwartier een stoptrein tussen Utrecht en Harderwijk”, zo stelt het Kamerlid.

Ook wil de partij de belofte van NS dat in de nieuwe spoorconcessie de frequenties niet omlaag gaan zoals nu dreigt tussen Haarlem en Alkmaar, tussen Eindhoven en Maastricht en tussen Dordrecht en Breda. Tenslotte vindt ChristenUnie dat er meer stations komen, moeten sprinters en intercity’s minder afhankelijk van elkaar worden door de bouw van inhaalsporen bij kleinere stations en moet de reistijd naar de landsdelen korter worden.

Snellere treinen

“Met snellere treinen en meer inhaalmogelijkheden moet het voor 2030 mogelijk worden om de reistijd vanuit Vlissingen, Groningen, Enschede en Maastricht naar de Randstad zeker een kwartier korter te maken”, aldus Dik-Faber.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.