Zo denken de politieke partijen over extra steun aan OV-sector
De noodkreten en brandbrieven volgden elkaar afgelopen weken in rap tempo op. Ze hadden allemaal dezelfde boodschap: het Rijk moet snel met duidelijkheid komen en de financiële steun aan de OV-sector verlengen. Hoe kijken de verschillende politieke partijen hiernaar? OVPro.nl maakte een rondgang langs de partijen die er het best voorstaan in de peilingen voor de Tweede Kamerverkiezingen van deze week.
OVPro vroeg de acht grootste partijen om hun standpunt omtrent de beschikbaarheidsvergoeding toe te lichten. Investeringen in OV-infrastructuur hebben deze verkiezingen een belangrijke plek in in veel verkiezingsprogramma’s, vanwege de verwachte groei van het aantal reizigers op lange termijn. Tegelijkertijd houdt de coronacrisis aan en dreigt volgens de sector een kaalslag als de beschikbaarheidsvergoeding, die nu loopt tot oktober, niet wordt verlengd.
Vijf van de acht partijen reageerden op het verzoek van OVPro; een reactie bleef uit van CDA, ChristenUnie en VVD.
Geen steun op lange termijn duurder
De antwoorden van D66, GroenLinks, PvdA, PVV en SP zijn alle vijf van dezelfde strekking: de beschikbaarheidsvergoeding moet voorlopig blijven. Zo is verlengde steun volgens PvdA vanzelfsprekend, omdat deze verkiezingen niet voor niets op extra investeringen in het OV wordt ingezet. “Het is absurd dat minister Hoekstra voorstelt dat de NS maar moet bezuinigen. Snel, duurzaam en betaalbaar openbaar vervoer heeft juist de toekomst”, aldus Gijs van Dijk.
“Natuurlijk kost steun geld. Maar geen steun, of er flink op bezuinigen, is op de lange termijn veel duurder”, stelt Suzanne Kröger van GroenLinks. “Want we hebben al die conducteurs, machinisten en buschauffeurs heel hard nodig.” De partij wil wel dat de staatssecretaris met de OV-bedrijven gaat kijken of “praktisch” voor de korte termijn kosten bespaard kunnen worden. “Maar verder moeten overheden gewoon aanvullen wat er tekort is. En dat moeten we blijven doen, zolang als nodig. We moeten nu de zekerheid voor reizigers bieden dat tram en trein blijven rijden, en voor de mensen die ons OV maken, dat hun baan niet in gevaar is.”
Verdwenen aanbod keert niet terug
Ook Rutger Schonis van D66 stelt dat de vergoeding moet blijven zolang als dit nodig is. Dat is volgens hem in elk geval dit jaar en vermoedelijk ook in 2022. “Het OV moeten we in stand houden. Als dat eenmaal weg is, dan krijgen we dat niet zomaar meer terug. We willen ook niet dat straks mensen niet meer kunnen reizen of noodgedwongen in de file staan omdat er geen bussen, trams en treinen meer rijden in hun regio.” D66 laat wel de deur op een kier staan voor aanpassingen in de dienstregeling, al moet dit volgens de partij altijd de laatste stap zijn. “Maar soms zal dat onvermijdelijk zijn. Dan in ieder geval zo kort en zo min mogelijk.”
De SP gaat nog een stapje verder. De partij wil dat de overheid “nu” duidelijkheid geeft en de beschikbaarheidsvergoeding zelfs uitbreidt, zodat niet 93 maar 100 procent van de verliezen van vervoerders wordt gedekt. “Alle langetermijnonderzoeken wijzen uit dat we meer OV nodig hebben, niet minder. Nu bezuinigen zorgt er daarom voor dat op lange termijn een gat ontstaat in de dienstregeling en een tekort aan werknemers”, aldus Cem Laçin. Aanvullende steun is voor volgens de partij sowieso tot eind van dit jaar nodig. “Met eventueel verlenging in 2022.”
PVV wijst er eveneens op dat duidelijkheid op korte termijn belangrijk is. Roy van Aalst: “Het OV is voor veel Nederlanders een basisbehoefte. Dus verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding lijkt in de rede te liggen. Echter is het dan wel belangrijk dat onze staatsbedrijven dan geen absurde salarissen en bonussen aan managers uitkeren.”
Coalitiepartijen
Een reactie van de drie andere coalitiepartijen naast D66 – ChristenUnie, CDA en VVD – bleef zoals gezegd uit. Tijdens het Mobiliteitsdebat lieten de eerste twee partijen wel woorden vallen over de financiële steun. Als partijgenoot van minister Wopke Hoekstra kreeg CDA’er Wytske Postma kritiek te verduren in dit debat. Na de bekendmaking van de dramatische NS-jaarcijfers zei Hoekstra dat een besluit moet worden genomen over het aantal treinen. Die uitspraak leidde tot ophef binnen de sector en politiek.
Postma beargumenteerde dat naar oplossingen moet worden gezocht om nu “goed overeind” te blijven en waarbij in de toekomst weer snel stappen kunnen worden gezet. Ze stelde dat het niet onlogisch is om nu in de dienstregeling te snijden, maar wel op een zodanige manier “dat je later weer kan opschalen”. Frank Visser van de ChristenUnie zei in reactie daarop ervan te schrikken dat het CDA pleit voor minder aanbod. “Dan ben je de machinist en conducteurs gewoon kwijt, terwijl we juist enorm moeten groeien.”
Tot 40 procent minder aanbod
Hoe verder? Het lijkt hoogst onaannemelijk dat nog voor de verkiezingen een besluit valt, zoals binnen de sector werd verzocht. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat schreef vorige maand in een Kamerbrief dat uiterlijk op 1 juli een besluit valt over de beschikbaarheidsvergoeding vanaf het vierde kwartaal. Blijft verlengde steun uit, dan dreigt 30 tot 40 procent van het aanbod te verdwijnen, waarschuwt branchevereniging OV-NL.
Zover zal het niet komen, stelde de staatssecretaris vorige week toen ze in gesprek met BNR Nieuwsradio werd geconfronteerd met dit cijfer. “Het kabinet heeft er afgelopen jaar alles aan gedaan om het OV als vitale sector gewoon beschikbaar te houden. Daar hebben we voor afgelopen jaar en dit jaar ongeveer 2,2 miljard euro voor beschikbaar gemaakt. Dat doen we niet om in het laatste kwartaal van 2021 in één keer te zeggen: haal toch maar alle basis onder het OV uit. Dat doen we natuurlijk niet.”
De huidige situatie vraagt volgens Van Veldhoven wel om een “slimme oplossing” om de tijd te overbruggen tot de verwachte flinke groei na 2025 inzet. “Dat betekent dat we moeten zorgen dat we nu geen maatregelen nemen die ‘penny wise, pound foolish’ zijn. Het snijden in de dienstregeling levert eigenlijk heel weinig geld op. De grootste kosten in het OV zitten in personeel en materieel.” Maar het heeft volgens de staatssecretaris ook geen zin materieel te verkopen of personeel voor twee jaar buiten de deur te zetten. “We moeten met de OV-partijen echt een heel serieus gesprek hebben over hoe we het OV door het dal heen gaan helpen.”
Lees ook:
- OV-sector presenteert toekomstplan voor nieuwe kabinet
- Wat zijn de plannen van de politieke partijen voor het OV?
- ‘Besluit over extra steun OV-sector kan niet wachten tot na verkiezingen’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?