Voetgangerbeleid nog geen gemeengoed: ‘Ontbreekt vooral aan geld, niet aan intenties’
Steeds meer overheden willen de voetganger centraal zetten, maar er wordt nog weinig geld voor vrijgemaakt, ziet Frank Hart. Namens Wandelnet en het platform Ruimte voor Lopen draagt hij al vijf jaar bij aan het Nationaal Masterplan Lopen. Een eerste versie van dat plan zag vorige week het licht. “Niemand is tegen wandelen, maar vóór zijn er maar weinig.”
“Het ontbreekt vooral aan geld, niet aan intenties”, zegt Hart. Volgens de belangenbehartiger wordt er zelden structureel budget gereserveerd voor de voetganger. Dit vormt dan ook een belangrijk punt van het Nationaal Masterplan Lopen. “Meekoppelen met andere projecten, dat je bijvoorbeeld bij een fietsbrug ook een strook voor de voetganger aanlegt, dat lukt nog wel. Maar los, dat is lastig”, zegt hij. Als positief voorbeeld noemt hij de Loopagenda van de provincie Groningen, waar een miljoen euro budget voor is vrijgemaakt. “Dat is natuurlijk niet heel veel geld, maar het is wel een begin. Hopelijk stimuleert dat ook andere overheden.”
Veel onbekend
Hart heeft wel een verklaring waarom lopen zo weinig prioriteit krijgt. “Lopen is bijna iets vanzelfsprekends. Mensen te voet zijn vaak heel flexibel: als er auto’s staan, loop je eromheen. Maar dat is bijvoorbeeld anders voor mensen met een beperking.” Ook denkt hij dat er nog niet zoveel bekend is over het lopen, met name als het gaat om verkeersveiligheid. “In totaal overleden er vorig jaar meer fietsers in het verkeer dan voetgangers, maar het aantal voetgangerongevallen is procentueel wel het meest gestegen van de modaliteiten”, zegt hij. Daarbij wordt een val op straat niet geregistreerd als een verkeersongeval. “Dus eigenlijk weten we niet precies hoeveel voetgangers omkomen in het verkeer.” In het plan wordt ook benoemd dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar lopen.
Lopen is niet alleen een modaliteit, het gaat ook om verblijven
Toch ziet Hart wel veel belangstelling voor het onderwerp. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de vele partners die Ruimte voor Lopen heeft: het zijn er inmiddels zestig. Tot de partners behoren kennisinstellingen, maar ook gemeenten, provincies en belangenorganisaties. De organisaties komen allemaal uit een andere hoek, niet alleen uit de mobiliteitssector. “Dat weerspiegelt eigenlijk de breedheid van het onderwerp”, aldus Hart. “Lopen is niet alleen een modaliteit, maar het gaat ook om verblijven, bijvoorbeeld. Het heeft te maken met het stimuleren van ontmoetingen in de sociale hoek.”
Domeinoverstijgend
Dat het onderwerp zo breed is, maakt het ook uitdagend om loopbeleid te maken, blijkt uit Hart’s verhaal. Het vereist dat veel verschillende beleidsdomeinen met elkaar samenwerken. Die problematiek vormde in 2019 een van de redenen voor Wandelnet, CROW en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) om het platform Ruimte voor Lopen op te richten. “Er gebeurde al veel rondom lopen, maar het kreeg nog niet de aandacht die het verdient”, aldus Hart. Bovendien waren veel projecten apart georganiseerd, en leek het de oprichters goed om de samenwerking te bevorderen, aldus Hart.
Dit najaar wordt het uiteindelijke Masterplan Lopen gepresenteerd op het Voetgangercongres. Hart hoopt dat veel partijen het plan zullen ondertekenen. In ieder geval gaat het plan veel mensen enthousiasmeren, denkt hij.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?