Arnhem zet vol in op lopen en fietsen, wil twee bruggen erbij

Het Arnhemse gemeentebestuur wil de komende jaren flink inzetten op lopen, fietsen en het ov, zo blijkt uit het mobiliteitsplan dat zij de vorige week publiceerde. Zo moeten er onder meer twee fiets- en voetgangersbruggen extra komen. Autoverkeer moet juist steeds meer teruggedrongen worden. “Een verschuiving naar elektrische auto’s alleen lost files, geluidsoverlast en fijnstof niet op.”

In 2030 zijn er naar verwachting 10.000 extra woningen in Arnhem. Daardoor wordt het drukker in in de stad. “Als we niets doen, wordt een groot deel van deze extra verplaatsingen met de auto gemaakt”, aldus het gemeentebestuur. En dat is onder andere slecht voor de gezondheid: “We voldoen nu als stad al niet aan de richtlijnen en we zien gezondheidsklachten die het gevolg zijn van de uitstoot en geluidsoverlast van verkeer toenemen.” Ook wordt het op die manier veel te druk op de weg, zo denkt het college.

De stad moet in 2040 ingericht zijn aan de hand van het STOMP-principe, dat staat voor stappen (wandelen), trappen (fietsen), openbaar vervoer, MaaS (o.a. deelvervoer) en privéauto. Lopen en fietsen moet de hoogste prioriteit krijgen, daarna het ov en als laatste de auto. Om dit te bereiken wil het college een aantal maatregelen nemen.

Allereerst wil het gemeentebestuur meer inzicht krijgen in hoe voetgangers zich gedragen in de gemeente. “We onderzoeken wie er lopen, waarom ze lopen en bepalen wat de bereikbaarheid te voet is van verschillende voorzieningen.” Er moet uiteindelijk een “compleet en samenhangend” voetgangernetwerk komen, waar het gemakkelijk en aangenaam lopen is, met goed verharde wegen. Routes waar veel mensen met een beperking gebruik van maken krijgen daarbij voorrang.

Nieuwe fietsbruggen

Ook fietsers moeten zich in de toekomst gemakkelijk door de stad heen kunnen bewegen. Als het aan het gemeentebestuur ligt komen er daarom twee nieuwe fiets- en voetgangersbruggen: de brug Arnhem-Oost en Arnhem-West. Ook wil het college bijvoorbeeld meer fietsstraten aanleggen en klinkers vervangen door asfalt waar dat mogelijk is.

Verder moet het fietsnetwerk uitgebreid worden, bijvoorbeeld met meer doorfietsroutes. Het gemeentebestuur wil fietsparkeren daarbij makkelijker maken. “Een veilige fietsenstalling die dichtbij de bestemming ligt, maar ook goed aansluit op een fietsroute, kan helpen in het kiezen voor de fiets als vervoersmiddel.”

Om mensen te verleiden te kiezen voor duurzaam vervoer wil het college meer mobiliteitshubs bouwen. Dan gaat het bijvoorbeeld om stadsrandhubs, waar bezoekers de auto kunnen achterlaten en overstappen op openbaar vervoer of op deelvervoer. De komende vijf jaar wil het college in ieder geval een zogeheten ov-hub, gericht op de overstap naar of van het openbaar vervoer, inrichten bij station Presikhaaf. Ook moet er een hub komen bij parkeergarage Musis.

De auto wordt echter niet helemaal de stad uit gewerkt: “We erkennen dat ook in de toekomst de auto en de vrachtauto onmisbaar zijn dus we blijven per auto bereikbaar. Te midden van de opkomst van alternatieve vervoerswijzen vergeten we niet dat niet iedereen altijd kan profiteren van lopen, fietsen, openbaar vervoer of deelmobiliteit.”

In totaal wil het gemeentebestuur in twintig jaar tijd 550.105.000 euro besteden aan het nieuwe mobiliteitssysteem. De raad moet nog instemmen met het plan, maar het is nog niet bekend wanneer dat gaat gebeuren.